Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur voor het opleggen van de verhogingen en de boeten is geslaagd in het bewijs dat belanghebbende in de onderwerpelijke jaren houder van KBL-rekening […] is geweest. Met inachtneming van de hiervoor weergegeven criteria stelt het Hof verder vast, gelet op de gegevens op de microfiches, dat belanghebbende bij KBL -een bank met een bankgeheim- een bankrekening heeft geopend en heeft aangehouden en dat hij de tegoeden en de daarmee behaalde voordelen buiten het zicht van de fiscus heeft gehouden. Aan die vaststelling, in samenhang met ’s Hofs overwegingen die ten grondslag liggen aan het oordeel dat belanghebbende voor elk van de jaren te weinig belasting heeft betaald, ontleent het Hof het vermoeden dat het voor elk van de jaren aan opzet van belanghebbende is te wijten dat hij tot het uiteindelijke beloop van de navorderingsaanslagen, te weinig belasting heeft betaald. Belanghebbende heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd dan wel, tegenover de gemotiveerde betwisting door de Inspecteur, aannemelijk gemaakt waaruit een argument is te destilleren dat vermoeden ontzenuwd te achten. Veeleer is uit de omstandigheid dat belanghebbende, afgezien van zijn KBL rekeninghouderschap, telkens heeft gezwegen over de rekening en ook telkens heeft geweigerd gegevens omtrent de rekening te verstrekken, een bevestiging van dat vermoeden te ontlenen.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV7668
Geef een reactie