Belanghebbende oefent in maatschapsverband met zijn echtgenote een tuin- en landbouwbedrijf uit. De teelt betreft onder andere asperges, die uitsluitend in Duitsland worden geteeld. De inspecteur heeft naar aanleiding van ontvangen informatie van de Duitse belastingautoriteiten een controle bij belanghebbende en zijn echtgenote ingesteld. De inspecteur heeft vervolgens navorderingsaanslagen over de jaren 2001 tot en met 2004 opgelegd. Volgens de inspecteur is in die jaren sprake van verzwegen omzet met betrekking tot de asperges. In hoger beroep oordeelt het hof dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de boekhouding van belanghebbende moet worden verworpen. Van ernstige gebreken in de administratie van de maatschap is volgens het hof geen sprake. Voorts is niet aannemelijk geworden dat sprake is van niet-verantwoorde omzet. Voor het feit dat de resultaten van de maatschap lager is dan de omzet die volgens de branchenormen gemiddeld behaald had kunnen worden, heeft belanghebbende geloofwaardige verklaringen gegeven. Het gelijk is in zoverre aan belanghebbende.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV2180
Geef een reactie