Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur de boekhouding van belanghebbende – een autosloperij – verworpen, de bewijslast omgekeerd, de omzet gecorrigeerd en boeten opgelegd. De Inspecteur stelt zich daarbij op het standpunt dat sprake is van het opzettelijk niet verantwoorden van omzet uit de verkoop van katalysatoren uit sloopauto’s. Belanghebbende bestrijdt dit. Tevens is in geschil of de Inspecteur ten aanzien van het jaar 2005 kan navorderen. Het Hof is van oordeel dat aan het renseignement, dat aanleiding voor het boekenonderzoek vormde,, zodanige bewijskracht toekomt dat sprake is van direct bewijs. Ook vertoont de administratie dusdanige gebreken dat deze terecht is verworpen en terecht de bewijslast is omgekeerd. Ten aanzien van de navordering over 2005 oordeelt het Hof dat sprake is van een ambtelijk verzuim, maar een verzuim dat niet aanstonds kenbaar was voor belanghebbende. De Inspecteur kan toch navorderen, omdat belanghebbende te kwader trouw was. De door de Inspecteur aangebrachte omzetcorrecties zijn redelijk. Dat daarbij is geëxtrapoleerd doet daar niet aan af, omdat zich geen noemenswaardige wijzigingen in de bedrijfsvoeringen hebben voorgedaan ten opzichte van de jaren waarover de Inspecteur over direct bewijs beschikte. Het Hof volgt het oordeel van de Rechtbank ten aanzien van de vermindering van de boeten. Voor verdere vermindering ziet het Hof geen aanleiding. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BW2513
Geef een reactie