Eiseres is aansprakelijk gesteld voor door [B BV] niet afgedragen loonheffingen. De rechtbank oordeelt dat artikel 35, vierde lid, onder a IW niet van toepassing is omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de voor eiseres uitgevoerde werkzaamheden door [B BV] zijn verricht in een filiaal van [B BV]. Evenmin acht de rechtbank aannemelijk dat de werkzaamheden door [B BV] zijn uitgevoerd door een derde. Van een situatie zoals bedoeld in artikel 35, zesde lid, van de IW is geen sprake. De enkele stelling van eiseres dat zij geen invloed kon uitoefenen op het niet voldoen aan de administratieve verplichtingen door [B BV] is daarvoor onvoldoende. De stelling van eiseres dat zij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor het jaar 2005 omdat zij eerst eind 2005 is opgericht, treft geen doel. Voor de oprichting van eiseres werden de ondernemingsactiviteiten verricht door [G BV], welke BV na die oprichting als moedermaatschappij van eiseres is gaan functioneren. De feitelijke ondernemingsactiviteiten zijn onveranderd gebleven. Beroep ongegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV9707
Geef een reactie