De inspecteur beschikte over voldoende aanknopingspunten om op grond van art. 47 AWR van belanghebbende opheldering te verlangen over een vermoedelijk door hem aangehouden buitenlandse bankrekening. Mede omdat deze vragen niet zijn beantwoord acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende in de jaren 2003 – 2007 over een bij KBL aangehouden tegoed beschikte. De inspecteur heeft na 1 juli 2011 uits…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:4876
Geef een reactie