Een visum vermeldt niet meer dan de begin- en einddatum van de geldigheid ervan. Daarin is niet de ingevolge art. 62a, lid 1 Vw 2000 vereiste schriftelijke kennisgeving aan de vreemdeling vervat dat zij na afloop van de geldigheidsduur ervan uit eigen beweging Nederland dient te verlaten noch een mededeling van de termijn waarbinnen zij aan die verplichting moet voldoen. Gelet hierop kan een visum niet worden aangemerkt als een terugkeerbesluit als bedoeld in art. 62a, lid 2 Vw 2000. (…) Nu een visum niet kan worden aangemerkt als een terugkeerbesluit in de zin van art. 62a, lid 1 Vw 2000, gelezen in samenhang met het tweede lid van dat artikel, en is gesteld noch gebleken dat een van de uitzonderingen bedoeld in art. 62a, lid 1, onder a tot en met c, van de Vw 2000 van toepassing zijn, betoogt de vreemdeling terecht dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is opgelegd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BX6312
Geef een reactie