Het Hof oordeelt dat de vrijstelling van schenkingsrecht als bedoeld in artikel 33, eerste lid, aanhef en onder 8o, van de Successiewet 1956 niet van toepassing is. Niet aannemelijk is dat belanghebbende in een positie verkeerde waarin hij bijvoorbeeld dreigde failliet te gaan of andere financiële problemen had die verstrekkende gevolgen zouden hebben als hij zijn zus niet zou betalen. In de wetsgeschiedenis kan geen steun worden gevonden voor de voorgestane ruime toepassing van de vrijstelling.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY9886
Geef een reactie