Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of er terecht omzetbelasting is nageheven van belanghebbende. Het geschil spitst zich toe op de vragen of belanghebbende ondernemer is voor de omzetbelasting (primair) en of belanghebbende op grond van artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) de nageheven omzetbelasting verschuldigd is (subsidiair). Ook in geschil is of de naheffingsaanslag op het juiste bedrag is vastgesteld. Niet in geschil is dat het in deze zaak steeds gebruikte auto’s en niet nieuwe vervoermiddelen betrof.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV1303
Geef een reactie