Deelnemingsvrijstelling

De wetgever geeft een korting over de heffingsgrondslag. Deze korting loopt in de komende drie jaren af en bedraagt het eerste jaar 34,5% (2017) en vervolgens 25% (2018) en 19,5% (2019). De korting wordt verleend over de fiscale waarde op 31 december 2015, de aangroei ná 2015 valt niet onder de korting. Afkoop is mogelijk tot 2020.

In de praktijk komt het nogal eens voor dat gelieerde partijen een leningsovereenkomst afsluiten. Vaak zijn de leningsvoorwaarden een stuk gunstiger dan die tussen derden zouden zijn overeengekomen. In dat geval kan de Belastingdienst stellen dat feitelijk geen lening is verstrekt of dat fiscale correcties nodig zijn. Bovendien kan men een afwaardering op een onzakelijke lening in beginsel niet afwaarderen. Daarom zullen de partijen vaak proberen om aannemelijk te maken dat de lening toch zakelijk is.

Binnen concernstructuren kunnen soms reorganisaties nodig zijn. De redenen daarvoor zijn heel verschillend en ook zijn er verschillende manieren om te reorganiseren. Veel voorkomende vormen van reorganisatie zijn de aandelenfusie, de bedrijfsfusie, de juridische fusie en de juridische (af)splitsing. Elke variant kent zijn eigen voor- en nadelen. Het hangt van de beoogde reorganisatie af welke variant voor die situatie het beste is.

Onder bepaalde voorwaarden kunnen twee of meer vennootschappen met elkaar een fiscale eenheid vormen voor de vennootschapsbelasting. In beginsel zal dan de moedermaatschappij aan het hoofd staan van deze fiscale eenheid. Het vormen van een fiscale eenheid biedt onder andere voordelen op het gebied van onderlinge transacties. Deze voordelen zal men echter moeten terugnemen als de fiscale eenheid te snel wordt verbroken. Bovendien kent de fiscale eenheid ook nadelen.