Normaal gesproken moet de fiscus de feiten aannemelijk maken die leiden tot belastingheffing of belastingverhoging, en de belastingplichtige de feiten die leiden tot een belastingvrijstelling of een aftrekpost. Soms wordt deze bewijslast omgekeerd en is het aan de belanghebbende om aan te tonen dat de berekening van de inspecteur onjuist is. Deze omkering van de bewijslast vindt bijvoorbeeld plaats als een aangifte onvolledig of onjuist is. Een omkering van de bewijslast houdt ook een verzwaring van de bewijslast in. ‘Aannemelijk maken’ is dan niet meer voldoende. De belanghebbende moet dan overtuigend kunnen aantonen dát en in hoeverre de berekening van de inspecteur te hoog is.
Geef een reactie