Premies voor lijfrenten en bedragen betaald voor een lijfrenteverzekering, lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht die dienen ter compensatie van een pensioentekort zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar. Indien is voldaan aan de voorwaarden, gelden voor de hoogte van de premieaftrek de volgende regels:
• Betaalde bedragen zijn aftrekbaar voor zover belastingplichtige een pensioentekort heeft en de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. De hoogte van het aftrekbare bedrag moet bepaald worden aan de hand van de jaarruimte en/of reserveringsruimte. Bij de berekening van de jaarruimte zijn het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend;
• De jaarruimte bedraagt maximaal € 25.181 (€ 27.618). De reserveringsruimte bedraagt in het jaar van aftrek ten hoogste 15,5% van de premiegrondslag met een maximum van € 6.989 (€ 6.989). Voor belastingplichtigen die bij het begin van het kalenderjaar een leeftijd hebben bereikt van 55 jaar en 2 maanden, wordt het maximumbedrag van € 6.989 verhoogd tot € 13.802 (13.802).
Premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en premies van lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen zijn niet gebonden aan een maximaal aftrekbedrag.
De maximale premiegrondslag is € 162.457 (€ 162.457). De in te bouwen AOW-franchise bij de berekening van de jaarruimte is € 11.829 (€ 11.829). Voor tijdelijke oudedagslijfrenten is het maximale bedrag van de jaaruitkering in € 20.953 (€ 20.953).
Er is een fiscaalverzachtende afkoopregeling voor lijfrenteverzekeringen met een waarde in het economische verkeer van maximaal € 4.242 (€ 4.242). De afkoop van een dergelijke ‘kleine lijfrente’ wordt alleen in de heffing van loon- en inkomstenbelasting betrokken. De berekening van de revisierente – die normaliter verschuldigd is – blijft hierbij achterwege.
Geef een reactie