Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen heeft een V&A gepubliceerd. Dit V&A 19-010 behandelt de vraag of de door een werknemer aan een beroepspensioenfonds betaalde pensioenpremie in de aangifte inkomstenbelasting als zogenoemd negatief loon kan worden opgenomen.
Vraag
In een aantal situaties betalen werknemers die deelnemen aan de pensioenregeling van een beroepspensioenfonds zelf de pensioenpremie aan dat fonds. Deze premie komt dan niet in mindering op het in de loonheffing betrokken loon uit de dienstbetrekking. Ook krijgen deze werknemers geen vergoeding van de werkgever voor de betaalde pensioenpremie. Kan deze door de werknemer aan een beroepspensioenfonds betaalde pensioenpremie in de aangifte inkomstenbelasting worden opgenomen als zogenoemd negatief loon?
Antwoord
Ja. De door de werknemer zelf aan het beroepspensioenfonds betaalde pensioenpremie kan in de aangifte inkomstenbelasting als negatief loon in mindering komen op het inkomen uit werk en woning. Voorwaarde is wel dat de pensioenregeling waarvoor de premie is betaald, blijft binnen de grenzen die zijn opgenomen in hoofdstuk IIB en VIII van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop gebaseerde regelgeving.
In de situatie dat de werknemer ter zake van de aan het beroepspensioenfonds betaalde pensioenpremie een vergoeding van de werkgever heeft ontvangen, behoort deze vergoeding tot het loon uit de dienstbetrekking. De werknemer kan de betaalde pensioenpremie vervolgens als negatief loon opnemen in de aangifte inkomstenbelasting. De door een ondernemer voor de deelname aan een beroepspensioenregeling betaalde pensioenpremie kan met inachtneming van de regels van artikel 3.18 van de Wet IB 2001 in aftrek worden gebracht bij het bepalen van de winst uit onderneming.
Meer informatie: Centraal Aanspreekpunt Pensioenen, 11 december 2019
PE-Pitstop Aangifte inkomstenbelasting dinsdag 4 februari 2020
Tijdens deze praktijkmiddag leert u over de veranderingen van de inkomstenbelasting 2019. Wat veranderde er in 2019 ten opzichte van 2018? U krijgt uitleg over de theorie, die wordt aangevuld met praktische voorbeelden uit de praktijk. Daarnaast gaat u ook dieper in op mogelijke advieskansen. Waar moet u op letten? Zit de cliënt bijvoorbeeld nog in de goede rechtsvorm? Hoe zit het met het privévermogen in box 3? Met het signaleren van advieskansen onderscheidt u uzelf en uw organisatie.
Geef een reactie