Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de Eerste Kamer geïnformeerd over de fiscale behandeling van woningcorporaties in de zogenoemde earningsstrippingmaatregel en om de overwegingen in kaart te brengen op grond waarvan het kabinet niet voorziet in een uitzondering voor woningcorporaties in de earningsstrippingmaatregel.
De Eerste Kamer had daarom gevraagd tijdens de plenaire behandeling op 10 december 2019 van het Belastingpakket 2020. De staatssecretaris gaat in zijn beantwoording in op het doel van de earningsstrippingmaatregel om te voorzien in een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen, alsmede de uitzonderingsmogelijkheid in de eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD1)1 voor langlopende openbareinfrastructuur-projecten. Ten slotte wordt een weergave gegeven van de informele contacten met de Europese Commissie (EC) hieromtrent. Opnieuw concludeert de staatssecretaris dat het kabinet geen mogelijkheid ziet om binnen de earningsstrippingmaatregel tegemoet te komen aan de wensen van de woningcorporaties. Als die mogelijkheid al zou hebben bestaan, had dat bovendien ook moeten worden afgewogen tegen het met de earningsstrippingmaatregel na te streven doel dat eigen vermogen en vreemd vermogen voor alle vennootschapsbelastingplichtigen fiscaal meer gelijk wordt behandeld.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, Brief van 13 december 2019, nr. 2019-0000213592
Geef een reactie