Of van een onderneming in fiscale zin sprake is, is afhankelijk van een weging van verschillende factoren. Denk daarbij aan duurzaamheid en omvang van verrichte werkzaamheden, het gelopen ondernemersrisico, de omvang van de investeringen en de naamsbekendheid.
Een man verrichtte in 2015 zelfstandig diverse activiteiten waaronder personenvervoer via Uber. Bij de aangifte inkomstenbelasting nam hij aanvankelijk de stelling in dat de vervoersactiviteiten via Uber resultaat uit overige werkzaamheden vormde. Nadat de inspecteur voor de overige activiteiten oordeelde dat geen sprake was van winst uit onderneming, nam de vervoerder alsnog het standpunt in dat de vervoersactiviteiten via Uber winst uit onderneming was.
Onderneming in fiscale zin
Rechtbank Den Haag oordeelt in beroep dat voor kwalificatie als ondernemer, de activiteiten moeten voldoen aan voorwaarden. Uit oude rechtspraak blijkt dat het om een afweging gaat van diverse factoren om van een onderneming in fiscale zin te kunnen spreken. De activiteiten moeten duurzaam zijn en van een bepaalde omvang. Ook de bestede tijd, de winstverwachting, het ondernemersrisico, de omvang van de investeringen, het aantal opdrachtgevers en de naamsbekendheid naar buiten is van belang.
Vervoersactiviteiten via Uber geen onderneming
Vervolgens kijkt de rechtbank naar de activiteiten van de man. Vast staat dat de man verschillende personen heeft vervoerd. Echter Uber faciliteerde niet alleen de betalingen, maar Uber besliste onder welke voorwaarden de man personen mocht vervoeren. De man had zelf geen vrijheid om bijvoorbeeld de ritprijs te bepalen. Ook was de man niet bekend als Uber-chauffeur omdat dit niet mocht. Volgens de rechtbank liep de man ook geen ondernemersrisico. De chauffeur was verzekerd van inkomen omdat hij slechts een app of website op hoefde te starten om aangeboden ritten te accepteren. Van omvangrijke investeringen was ook geen sprake. De man beschikte reeds over een auto en had in 2015 nog geen taxipas nodig. Ofschoon mogelijk nu wel sprake is van duurzame vervoersactiviteiten, zijn de werkzaamheden voor Uber aanvullend van aard geworden. Daarmee zijn de vervoersactiviteiten voor Uber qua omvang afgenomen. De vervoersactiviteiten zijn geen onderneming in fiscaal opzicht.
Correctie privégebruik auto
Moet een resultaatgenieter de auto tot het resultaatsvermogen rekenen? en kan hij die auto ook privé gebruiken? Dan moet de resultaatgenieter volgens de rechtbank een bijtelling vanwege privégebruik van de auto toepassen.
Wet: art. 3.2, 3.4, 3.8, 3.20 en 3.95 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 2 december 2019 (gepubliceerd 20 december 2019), ECLI:NL:RBDHA:2019:13101
Geef een reactie