De staatssecretaris van Financiën keurt onder voorwaarden goed dat uitkeringen uit VUT-regelingen, overbruggingspensioenen, nabestaandenoverbruggingspensioenen, prepensioenen en overbruggingslijfrenten mogen worden uitgekeerd tot uiterlijk de AOW-leeftijd van de betrokken gerechtigden.
Als de AOW-leeftijd na de ingangsdatum van deze pensioenen wordt verlaagd, mag men voor de toepassing van deze goedkeuringen ook uitgaan van de AOW-leeftijd die van toepassing was vóór de verlaging.
Meer informatie: Staatscourant 2019, 66199
Geef een reactie