Leggen ex-partners een afspraak waarbij een van hen alimentatie is verschuldigd aan de ander niet schriftelijk vast? En kunnen zij die afspraak ook niet op een andere wijze onderbouwen? Dan heeft de betalende partner geen aftrek.
Een man ging in 2004 een geregistreerd partnerschap aan. In 2014 beëindigden de man en zijn ex-partner het geregistreerd partnerschap. De man en zijn ex-partner hadden in de ‘Vaststellingsovereenkomst ontbinding geregistreerd partnerschap’ belangrijke afspraken vastgelegd. Ten aanzien van de partneralimentatie stond in de overeenkomst dat beide partijen konden voorzien in hun onderhoud. Beide ex-partners deden daarom afstand van hun recht een bijdrage in de kosten voor levensonderhoud te eisen. In de aangifte inkomstenbelasting 2016 nam de man toch een bedrag op als betaalde alimentatie. Dit bedrag bestond uit een bedrag van € 705 en de door de man voor de ex-partner betaalde rente van € 5.100.
Geen rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting
In geschil bij Rechtbank Den Haag is of de man de betaalde bedragen ten laste van zijn inkomen mag brengen. De man stelde dat de betaalde bedragen aftrekbare onderhoudsverplichtingen zijn. De ex-partner van de man kon financieel niet meer rond komen en daarom moest hij wel bijdragen in het levensonderhoud van zijn ex-partner. Daarom ook heeft hij de door de ex-partner verschuldigde hypotheekrente betaald. De rechtbank oordeelt dat de afspraak waaruit zou volgen dat de man verplicht is om aan zijn ex-partner alimentatie te betalen niet schriftelijk is vastgelegd of op andere wijze onderbouwd. Ook heeft de man niet aannemelijk gemaakt dat de door hem in aftrek gebrachte bedragen waren bedoeld als partneralimentatie. Daardoor is niet bewezen dat de door de man aan zijn ex-partner verrichte betalingen een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting is. De man kan de betalingen niet in aftrek brengen.
Wet: art. 6.1 en 6.3 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 15 oktober 2019 (gepubliceerd 21 januari 2020), ECLI:NL:RBDHA:2019:14410
Geef een reactie