Ondanks de lage rente sparen Nederlandse huishoudens meer dan ooit. Eind 2019 stond er bij Nederlandse banken voor € 368 miljard spaargeld uit. Dat is zo’n € 13 miljard meer dan een jaar geleden.
Het grootste deel van deze toename komt door de netto inleg, die in 2019 steeg naar € 12 miljard. De bijgeschreven rente droeg met € 1,2 miljard bij aan de toename van het spaargeld in 2019, het laagste aandeel in de toename sinds jaren.
Stijging netto-inkomens
De jaarlijkse netto inleg van spaargeld is sinds 2009, niet zo hoog geweest. Een verklaring hiervoor is dat de netto inkomens flink zijn gegroeid. Dat de netto inleg van spaargeld toch toeneemt ondanks de relatief lage rente er op, kan verder worden verklaard door het spaardoel-effect: voor een zelfde gewenst eindbedrag is bij een lagere rentevergoeding meer spaargeld nodig. Ook het voorzorg-motief kan meespelen, dus dat huishoudens meer gaan sparen uit onzekerheid over de economie en eigen financiën.
Van de € 368 miljard spaargeld stond € 313 miljard op vrij opneembare spaarrekeningen. De overige € 55 miljard stond op deposito’s met vaste looptijd, waaronder ook bijvoorbeeld bouwdeposito’s en rekeningen ten behoeve van spaarhypotheken of spaarloonregelingen vallen.
Meer informatie: DNB, 5 februari 2020
Geef een reactie