Onder voorwaarden kan een IB-ondernemer zijn onderneming fiscaal geruisloos inbrengen in een B.V. Daarvoor is wel vereist dat hij niet langer ondernemer is. Gaat hij met zijn nieuwe B.V. samenwerken waarbij hij het ondernemersrisico blijft dragen? Dan is er voor geruisloze inbreng geen plaats.
Noodzaak van geruisloze inbreng
In beginsel kwalificeert de inbreng van het ondernemingsvermogen van de IB-onderneming in het vermogen van een B.V. als een fiscale staking. Dat betekent dus afrekenen over de goodwill en stille en fiscale reserves. Omdat de ondernemer in principe geen liquide middelen voor zijn inbreng ontvangt, kan het heel lastig voor hem zijn om de verschuldigde belasting te betalen. Daarom zal de ondernemer vaak moeten opteren voor een geruisloze inbreng. Overigens zal hij ook dan moeten afrekenen over een eventuele oudedagsreserve en/ of terugkeerreserve.
Behoud van gerechtigdheid
Om een onderneming geruisloos te kunnen inbrengen, moet men voldoen aan diverse voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat geen wijziging optreedt in het belang in het bedrijfsvermogen. Dit is vooral van belang bij de inbreng van het ondernemingsvermogen van bijvoorbeeld een vof in een B.V. In dat geval moeten de oprichters van de B.V. in dezelfde verhouding gerechtigd zijn tot het aandelenkapitaal als zij waren tot het vermogen van de vof.
Einde ondernemerschap
De faciliteit van de inbreng is bedoeld voor situaties waarin de belastingplichtige niet langer ondernemer is. In een zaak voor Hof Den Bosch had een echtpaar hun melkveehouderij verplaatst van Nederland naar Canada. Daarna brachten de echtgenoten de onderneming in een B.V. in. Enkele dagen later gingen de echtgenoten een partnership aan met de B.V. Volgens het hof bleef het echtpaar daardoor ook na de inbreng in de B.V. winst uit onderneming genieten. Het hof oordeelde daarom dat hier geen ruimte was voor de faciliteit van de geruisloze inbreng.
Schriftelijk verzoek
Een andere voorwaarde voor de geruisloze omzetting is dat men het verzoek daartoe schriftelijk indient bij de Belastingdienst. De inspecteur beslist op dit verzoek met een beschikking. Men kan in bezwaar en beroep gaan tegen deze beschikking. Als de Belastingdienst het verzoek inwilligt, zal de beschikking ook de voorwaarden voor de geruisloze inbreng bevatten.
Let op de standaardvoorwaarden!
De ondernemer moet hoe dan ook rekening houden met de zogeheten standaardvoorwaarden. Deze voorwaarden houden simpel gesteld het volgende in:
- De aandeelhouder (de voormalige ondernemer) mag de aandelen in de B.V. pas vervreemden nadat drie jaar is verstreken sinds de geruisloze inbreng. Dit verbod kent bepaalde uitzonderingen zoals bij een aandelenfusie. Bovendien kan men tegenbewijs bieden.
- De B.V. moet voor wat betreft de fiscale winstberekening zo veel mogelijk in de plaats treden van de ingebrachte IB-onderneming. Daarom werkt zij met de oude fiscale boekwaarden van de onderneming;
- De geruisloze inbreng in een bestaande B.V. is in beginsel toegestaan. Men moet dan echter bij achterwaartse verliesverrekening een soort winstsplitsing toepassen. De fiscus wil namelijk voorkomen dat bij de verliesverrekening de samenvoeging van de beide ondernemingen materieel terugwerkende kracht heeft;
- De ondernemer moet in principe bij de oprichting van de B.V. voor 100% in het geplaatste en gestorte kapitaal deelnemen;
- De voormalige ondernemer stelt als nieuwe aandeelhouder de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijkbelangaandelen op de som van de fiscale boekwaarden van de ingebrachte vermogensbestanddelen. Deze voorwaarde in combinatie met het verplicht werken met oude boekwaarden door de B.V. zorgt voor de ruil van een IB-claim over box 1 voor een combinatie van een Vpb-claim en een IB-claim over box 2-inkomsten;
- Men mag in principe de deelnemingsvrijstelling niet toepassen op positieve voordelen uit een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtrof. In bepaalde situaties wordt de B.V. geacht voordelen uit een deelneming te hebben genoten. Bijvoorbeeld bij de vervreemding van een deelneming;
- Binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip moet de ondernemer de B.V. oprichten en zijn IB-onderneming inbrengen.
- De B.V. moet schriftelijk akkoord gaan met de gestelde voorwaarden en beperkingen.
Creditering
De B.V. mag de inbrengende ondernemer crediteren voor inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen die vóór het overgangstijdstip materieel waren verschuldigd. Verder mag een zogeheten afrondingscreditering plaatsvinden. Deze creditering bedraagt 5% het gestorte kapitaal op de aandelen, maar kent een maximum van € 25.000.
Medegerechtigdheid
De faciliteit van de geruisloze inbreng staat ook open voor medegerechtigden. Maar dan moet het wel gaan om een medegerechtigdheid die een rechtstreekse voortzetting vormt van een (mede)gerechtigdheid als ondernemer. Nu zijn er ook personen die winst uit onderneming genieten omdat zij aan een ondernemer een hybride lening hebben verstrekt. Voor deze winstgenieters staat de faciliteit van geruisloze inbreng niet open.
Besluit: Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M
Uitgelicht: Eenmanszaak of BV
Vanuit een praktische en wetenschappelijke invalshoek behandelt Taxence het laatste nieuws op het gebied van Eenmanszaak of BV. U leest prikkelende blogs en opinies, vaktechnische commentaren en inspirerende artikelen waarmee we de complexe regelgeving voor u inzichtelijk maken. Daarnaast bieden we u gratis diverse hulpmiddelen als rekentools, modelcontracten en stroomschema’s.
Nieuwsgierig? Neem een kijkje op www.taxence.nl/eenmanszaakofbv
Geef een reactie