Als iemand te lang wacht met het indienen van een klacht tegen zijn belastingadviseur, dan is niet voldaan aan de wettelijke klachtplicht.
Een exploitant van een schapenhouderij nam in 1981 de onderneming over van zijn vader. Ook nam hij een pand over. De schapenhouder ging dat ook gebruiken zoals zijn vader deed, deels als woning en deels voor de exploitatie van de schapenhouderij.
Vermogensetikettering pand
In 2006 verrichtte de Belastingdienst een boekenonderzoek bij de schapenhouder. Daaruit kwam naar voren dat het pand naar privé over moest gaan per 1 januari 2005. De exploitant had zijn onderneming vanwege aanhoudende verliezen beëindigd per 31 december 2004. Door overgang van het pand naar privé behaalde de ondernemer een stakingswinst. In 2011 stelde de schapenhouder zijn oude administratiekantoor aansprakelijk en wilde een schadevergoeding hebben. Hij was van mening dat zijn oude adviseur al in 2000 had moeten adviseren om zijn pand van de balans van zijn onderneming te halen en naar privé over te dragen.
Geen causaal verband tekortkoming en schade
Hof Arnhem-Leeuwarden kan zich niet voorstellen dat de ondernemer zijn pand in 2000 al naar privé had willen overdragen. Hij zou dan niet meer kunnen afschrijven over het pand. Bovendien zou hij bij overgang naar privé moeten afrekenen over de waarde van het pand in het economische verkeer. De schapenhouder had daar de middelen niet voor. Op grond hiervan concludeert het hof dat geen causaal verband is tussen de gestelde tekortkoming en de schade.
Niet voldaan aan wettelijke klachtplicht
Het hof is verder van oordeel dat de schapenhouder te lang had gewacht met zijn klacht. In juli 2007 ging de man met een nieuwe fiscaal dienstverlener in zee, omdat hij niet tevreden was over zijn oude administrateur. In juli 2008 probeerde de nieuwe fiscaal dienstverlener met de Belastingdienst overeenstemming te bereiken over een heretikettering van het pand. Dat lukte niet. Het hof vindt dat de aansprakelijkstelling van 7 maart 2011 te laat is. De man had eind november 2007 tot juli 2008 zijn ongenoegen kunnen uiten over zijn oude adviseur. Bovendien was de contactpersoon van de man, die het dossier volledig kende, in 2009 overleden. Daardoor was door het tijdsverloop het oude kantoor in zijn belangen geschaad bij zo’n late aansprakelijkstelling.
Wet: art. 6:89 BW
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 februari 2020 (gepubliceerd 13 februari 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:1177
Geef een reactie