Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft mede namens de staatssecretaris van Financiën Kamervragen beantwoord over een belasting op luchtvervuiling in de Nederlandse industrie. Aanleiding voor de Kamervragen zijn het bericht ‘Belasting op industriële luchtvervuiling veelbelovend’ en het Centraal Planbureau (CPB) policy paper‘Belasting op luchtvervuiling in de industrie’.
Het kabinet heeft op de korte termijn geen voornemens om plannen voor een belasting voor industriële luchtvervuiling nader te bestuderen dan wel uit te werken. De inzet van het kabinet op luchtkwaliteit is het uitvoeren van het Schone Lucht Akkoord (SLA) dat toewerkt naar 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. Daarin zijn ook maatregelen voor de industrie opgenomen. De industrie levert ook een relevante bijdrage aan emissiereductie vanuit het Klimaatakkoord.
Europese aanpak
Ook de maatregelen die zijn afgesproken met andere dan de door het CPB onderzochte (deel)sectoren (met name de elektriciteitssector) kunnen bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Mocht in de toekomst de emissiereductie achterblijven bij de doelen, dan ligt het in de rede om de kosten en baten van aanvullende instrumenten te verkennen. Daarbij zal per type emissie goed gekeken moeten worden naar de relatieve meerwaarde van verschillende vormen van beprijzen ten opzichte van ander instrumentarium, zoals wet- en regelgeving. Daarbij zou ook de reikwijdte van eventuele beprijzing moeten worden bezien; naast de industrie kunnen immers ook mobiliteit en landbouw bijdragen aan minder luchtvervuiling (wat de CPB-verkenning niet meeneemt). Met het oog op behoud van een gelijk speelveld zou een Europese aanpak van beprijzen de voorkeur hebben.
Ministerie van Financien, 10 februari 2020, nr. 2019Z24414
Geef een reactie