Bij een echtscheiding zijn naast de fiscale regels voor aftrek van rente en kosten van de eigenwoninglening ook de gemaakte afspraken in het echtscheidingsconvenant zeer belangrijk. Een verkeerde of onduidelijke formulering in het convenant beperkt mogelijk de gewenste aftrek van rente van de eigenwoningschuld.
Bij een echtscheiding komt het vaak voor dat een van de ex-echtelieden in de voormalige echtelijke woning blijft wonen en de volledige rente en kosten op de eigenwoningschuld betaalt. Daarbij is zowel de woning als de daarop betrekking hebbende financiering gemeenschappelijk, bijvoorbeeld ieder voor 50%. De echtgenoot die alle kosten van de woning betaalt, zal er vanuit gaan dat hij ook de aftrek kan genieten van die betaalde kosten. Dat is echter niet het geval.
Kosten moeten ook ‘drukken’
Om kosten in aftrek te kunnen brengen geldt niet alleen de voorwaarden van het betalen van de kosten. Ook is van belang of de kosten op de betalende partner drukken. Dat is het geval als de betaling geschied op basis van de eigendomsverhouding in de woning en de schuld. Een situatie waarin het fout ging, is de casus uit Hof Amsterdam van 24 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3716. Zie voor een samenvatting: ‘Cirkelconstructie nodig voor volle hypotheekrenteaftrek’.
Juiste formulering in convenant
In de e-learning ‘Het belang van een duidelijke cirkelconstructie in het echtscheidingsconvenant’ op Tax Talks gaat mr. Chantal van der Borg RB van Borg Belastingadvies in op de cirkelconstructie. Met name hoe een en ander moet zijn geformuleerd in het echtscheidingsconvenant zodat degene die de rente en overige aftrekbare kosten voor de eigen woning betaalt, deze ook in aftrek kan brengen.
Meer weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (40x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Wet: art. 3.101, 3.111, 3.119a, 3.120, en art. 6.3 Wet IB 2001
Geef een reactie