Op 14 februari 2020 wees de Hoge Raad een belangrijk arrest over het moment waarop de commerciële waarde van de aanspraak voor de vereveningsgerechtigde moest worden berekend. Ook is een wetsvoorstel ingediend voor de Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021. In dit artikel worden het arrest en het wetsvoorstel besproken.
In het arrest van 14 februari 2020, Hoge Raad 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:276 was de man dga en had pensioen in eigen beheer opgebouwd. De dga was 30 jaar gehuwd met zijn ex-echtgenote, toen in 2012 de echtscheidingsbeschikking werd ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Tijdens het huwelijk had de man € 24.500 aan ouderdomspensioen opgebouwd. Ook was voor de ex-echtgenote een nabestaandenpensioen opgebouwd van € 17.150 (70% van € 24.500). Voor de leesbaarheid gebruik ik afgeronde bedragen. Waar heeft de ex-echtgenote recht op volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps)?
Werking van de Wvps
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding staat de huidige regeling beschreven:
‘In de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is geregeld dat ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd, wordt verdeeld tussen beide partners ongeacht het huwelijksvermogensregime. Beide ex-partners hebben wederzijds recht op de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen. (..) Ex-partners kunnen er bij scheiding ook voor kiezen om het ouderdomspensioen (onvoorwaardelijk) te splitsen. Dit wordt conversie genoemd.‘ Memorie van toelichting bij wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021, p. 16.
Kenmerken pensioenverevening
‘De standaard verdeelmethode is verevening. Bij verevening krijgt de verdelingsgerechtigde partner (de partner die niet zelf het pensioen heeft opgebouwd) een voorwaardelijk recht op ouderdomspensioen, waarbij alle beslissingen van de verdelingsplichtige partner (de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd – bijvoorbeeld over de ingangsdatum van het pensioen – leidend zijn en uitbetaling afhankelijk is van het leven van de verdelingsplichtige partner. (..)’ Memorie van toelichting bij wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021, p. 16.
Bijzonder nabestaandenpensioen
De vereveningsgerechtigde partner heeft op grond van artikel 57 Pensioenwet recht op het opgebouwde nabestaandenpensioen dat is opgebouwd tot de datum van echtscheiding, ook over de periode van voor het huwelijk. Na scheiding heet het tot dan toe opgebouwde partnerpensioen, bijzonder partnerpensioen.
Rechthebbende moet verzoek indienen
De ex-partner die recht heeft op een aandeel van het ouderdomspensioen van de andere ex-partner moet bij diens pensioenuitvoerder binnen twee jaar na de scheiding een speciaal daarvoor ontwikkeld formulier invullen en opsturen.
Afwijken van standaardverevening is mogelijk
Partners kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in het echtscheidingsconvenant de werking van de Wvps uitsluiten of een andere verdeling overeenkomen.
Uitwerking casus arrest volgens Wvps
In de casus uit het arrest krijgt de vrouw als vereveningsgerechtigde recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen. Dat is 50% van € 24.500 = € 12.250. Daarbij heeft zij ook nog recht op het nabestaandenpensioen dat voor haar is opgebouwd van € 17.150. Gemakshalve heb ik de bedragen afgerond.
Enorme toename commerciële waarde
In eerste instantie heeft de man € 160.000 gestort. Ik veronderstel dat dit bedrag de commerciële waarde betrof van de aanspraken van de vrouw op de datum van echtscheiding in 2012. Die € 160.000 is dan in feite de contante waarde van de jaarlijkse pensioenuitkeringen van € 12.250 die aan de vrouw toekomen berekend op basis van verzekeringswiskunde en het aan de vrouw toekomende partnerpensioen. In 2018 wanneer de man tot afstorting wenst over te gaan, is de commerciële waarde van de aanspraak van de vrouw gestegen tot € 302.000. Dit heeft te maken met daling van de commerciële rekenrente en stijging van de gemiddelde levensverwachting van mensen, waardoor meer geld nodig is om de jaarlijkse uitkering van € 12.250 aan de vrouw te kunnen betalen.
HR: moment van afstorting bepalend
De Hoge Raad moest de vraag beantwoorden welk tijdstip relevant is voor het bepalen van de commerciële waarde van de pensioenaanspraak van de vrouw. Is dat maart 2012 (datum van echtscheiding) of 1 januari 2018 (datum van afstorting). De Hoge Raad oordeelt dat voor het bepalen van de commerciële waarde van de aanspraak van de vereveningsgerechtigde (de vrouw) de datum van feitelijke afstorting door de vereveningsplichtige (de man) relevant is, dus 1 januari 2018. Door dus pas op 1 januari 2018 over te gaan tot afstorting, is het bedrag dat de man moest afstorten bijna verdubbeld.
Gevolgen onderdekking
Is op het moment van afstorting van het kapitaal, te weinig kapitaal aanwezig in de B.V. om de aanspraak van de vereveningsgerechtigde te kunnen afstorten en om het resterende pensioen aan de vereveningsplichtige uit te keren (het resterende aandeel van 50% van het ouderdomspensioen)? Dan zal in beginsel het tekort moeten worden verdeeld evenredig met de verhouding waartoe de verevening leidt. De rechter kan echter op basis van de omstandigheden van het geval tot een andere verdeling besluiten. Dit doet zich voor wanneer het tekort om het pensioen uit te keren vooral is toe te rekenen aan handelen of nalaten van de vereveningsplichtige echtgenoot.
Dalende rekenrente
Was de man eerder tot afstorting overgegaan dan had hem dat heel veel minder gekost. Was de rekenrente echter gestegen tussen 2012 en 2018, dan was de uitkomst tegenovergesteld geweest. Zie over dit arrest ook: ‘Stort tijdig pensioenrecht ex-partner af’
Knelpunten Wvps
In de praktijk blijkt de huidige Wvps te knellen. Degene die recht heeft op een aandeel in het pensioen van de ex-partner moet binnen twee jaar een melding doen. Dat wordt niet gedaan of te laat. Dit betekent dat de rechthebbende bij zijn of haar ex-partner zelf moet regelen om het aandeel in het pensioen te ontvangen.
Verschil dga’s en overige werknemers
Een dga kon onder voorwaarden tot 1 juli 2017 in de eigen vennootschap pensioen opbouwen. Daarvoor kozen dga’s vaak voor een eindloonregeling, een pensioen gebaseerd op een bepaald percentage van het laatstverdiende salaris. Ook een middelloonregeling kwam veelvuldig voor, een pensioenregeling gebaseerd op een percentage van het gemiddelde genoten salaris van de dga. Bij gewone werknemers komen dergelijke regelingen steeds minder vaak voor.
Wvps slecht toepasbaar op premieregelingen
In de praktijk is de Wvps moeilijk tot niet toe te passen op premieregelingen. Bij een premieregeling legt de werkgever en soms ook de werknemer een bepaald bedrag in als bijdrage in de pensioenregeling. Op ingangsdatum van het pensioen wordt een uitkering aangekocht op basis van het kapitaal dat op pensioendatum aanwezig is. De Wvps is nog gebaseerd op eindloonregelingen of middelloonregelingen. Dit zijn regelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op een percentage van het laatst of het gemiddelde verdiende salaris. Deze regelingen zijn tegenwoordig heel erg duur en daarom kiezen steeds meer werkgevers voor een premieregeling. Bovendien zijn de kosten van een dergelijke regeling niet in te schatten. Bij een premieregeling is dat wel het geval. Dan weten werkgevers waar ze aan toe zijn. Nadeel van een premieregeling is dat er geen duidelijke pensioenrechten worden opgebouwd, zodat werknemers deze ook niet kunnen verevenen.
Geen verevening bij te laag pensioen
In de Wet verevening pensioen bij scheiding is geregeld dat verevening niet mag als het verevend ouderdomspensioen onder de afkoopgrens uit de Pensioenwet (art. 66 PW ) zou uitkomen. Aanspraken op ouderdomspensioen van twee keer de afkoopgrens van € 497,27, zijnde € 994,54 (bedrag 2020) wordt dus niet verevend.
Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021
- Conversie wordt de standaard. De rechthebbende ex-partner krijgt een eigen aanspraak op ouderdomspensioen waarbij uitbetaling geheel onafhankelijk is van het leven van de verdelingsplichtige ex-partner.
- Pensioenuitvoerders gaan conversie van het pensioen van de rechthebbende ex-partner nu automatisch regelen.
- Bijzonder nabestaandenpensioen wordt verdeeld dat tijdens huwelijkse periode is opgebouwd.
- Is het opgebouwde ouderdomspensioen meer dan (een keer) de afkoopgrens, dan komt het ouderdomspensioen voor verdeling in aanmerking.
- Verdelingsgerechtigde partner krijgt het recht een laag bijzonder partnerpensioen uit te ruilen naar ouderdomspensioen.
Wet: art. 57 en 66 PW, art. 2 en 3 Wvps
Meer informatie:
- Hoge Raad 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:276
- Wetsvoorstel Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021
Uitgelicht: Eenmanszaak of BV
Vanuit een praktische en wetenschappelijke invalshoek behandelt Taxence het laatste nieuws op het gebied van Eenmanszaak of BV. U leest prikkelende blogs en opinies, vaktechnische commentaren en inspirerende artikelen waarmee we de complexe regelgeving voor u inzichtelijk maken. Daarnaast bieden we u gratis diverse hulpmiddelen als rekentools, modelcontracten en stroomschema’s.
Nieuwsgierig? Neem een kijkje op www.taxence.nl/eenmanszaakofbv
Geef een reactie