Dat een bedrijf adverteert met acties waarbij klanten geen btw hoeven te betalen, wil lang niet altijd zeggen dat de btw-heffing ook echt achterwege blijft. Vaak is gewoon sprake van 21% korting. Of de ondernemer krijgt te horen dat hij toch btw over een levering moet afdragen.
Een B.V. verkocht onder meer matrassen en boxsprings. Tot haar handelswaar behoorden ook matrassen die volgens de B.V. anti-allergisch waren en doorligplekken voorkwamen. De B.V. verkondigde naar haar klanten toe dat de levering van deze matrassen was vrijgesteld van btw. Dat had overigens niet alleen te maken met de aard van de matrassen. Als een klant namelijk na 14 dagen proefslapen de matras wilde houden, kocht hij een cadeaubon van de B.V. van dezelfde waarde. Deze bon kon de klant (eventueel) met bijbetaling inwisselen bij de aankoop van een boxspring. Feitelijk werden de bestelde matrassen dus gratis afgeleverd, aldus de B.V. En inderdaad droeg zij geen btw af over de geleverde matrassen.
Fiscale werkelijkheid is anders
Zowel de Belastingdienst als Rechtbank Gelderland gaat niet mee in het verhaal van de B.V. Als een klant een matras bestelt, verricht de B.V. voor wat betreft de btw één hoofdprestatie. En dat is de levering van een matras. Eventuele overige prestaties zijn bijkomende diensten die onder hetzelfde fiscale regime vallen. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de matrassen doorligplekken tot op zekere hoogte verlichten. Maar het gaat te ver om te stellen dat zij kwalificeren als antidecubitusmatrassen. Daarom geldt voor de matrassen geen btw-vrijstelling of verlaagd tarief. De Belastingdienst mag dan ook de btw naheffen die de B.V. had moeten afdragen.
Wet: art. 9 en Tabel I, post a.37 Wet OB 1968
Geef een reactie