Hoewel het voeren van een bedrijf via een IB-onderneming en een bv diverse fiscale voordelen kan opleveren, moet de ondernemer wel veel bijhouden. Zo loopt hij de zelfstandigenaftrek en andere faciliteiten mis als hij niet voldoet aan het urencriterium.
Een man was samen met zijn partner vennoot in een vof, die een assurantiekantoor dreef. Daarnaast was hij de enig aandeelhouder van een bv die een dochtervennootschap had met een administratiekantoor. De man was in dienstbetrekking werkzaam voor dat administratiekantoor. Tenslotte was hij nog enig aandeelhouder van twee andere vennootschappen. De man paste in zijn aangiftes IB/PVV over de jaren 2012 tot en met 2015 de zelfstandigenaftrek toe. De inspecteur meent naderhand dat de man geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek. Vervolgens legt hij de man (navorderings)aanslagen IB/PVV op.
Geen inzicht in uren voor onderneming
De man gaat in beroep tegen de aanslagen. Hij weet echter niet aannemelijk te maken dat hij voldoet aan het urencriterium. Om te beginnen heeft hij op de assurantieportefeuille van de vof op 1 februari 2012 in huurkoop verkocht aan een derde partij. Het risico van de portefeuille is toen ook overgegaan naar de huurkoper. Het is daarmee nog maar de vraag of de man voldoende ondernemingswerkzaamheden voor de vof kan besteden. Een ander probleem is dat de man geen urenregistratie heeft bijgehouden. Het is wel duidelijk dat hij veel uren werkt in de winkel waar zowel het assurantie- als administratiekantoor zijn gevestigd. Maar van die uren moet een bepaald deel betrekking hebben op het werk in dienstbetrekking. Door geen urenregistratie bij te houden, overtuigt de man Hof Arnhem-Leeuwarden niet ervan dat hij voldoet aan het urencriterium. En dus heeft hij geen recht op de zelfstandigenaftrek.
Wet: art. 3.6 en 3.76, eerste lid Wet IB 2001
Geef een reactie