Het bericht ‘Te hoge belasting omdat gemeente VvE-reserve meerekent in WOZ-bepaling‘ gaf aanleiding tot Kamervragen. Volgens staatssecretaris Vijlbrief is het niet nodig nadere maatregelen te nemen.
WOZ-bureau Previcus Vastgoed en Stichting VvE Belang, die opkomt voor de belangen van Vereniging van Eigenaren meldde dit in de uitzending van Kassa op 15 februari 2020. Hierdoor zou de WOZ-waarde duizenden euro’s te hoog uitkomen.
Vijlbrief geeft aan dat er geen probleem is met de wijze waarop gemeenten rekening houden met het aandeel in de VvE-reserve bij het vaststellen van WOZ-waarden. Gemeenten brengen bij de analyse van de verkoopprijs van een vergelijkingsobject een correctie aan als deze is beïnvloed door een significant aandeel in de VvE-reserve.
Het uitschakelen van de invloed van het aandeel in de VvEreserve op de verkoopprijs is echter niet hetzelfde als het zonder meer rekenkundig aftrekken van het aandeel in de VvE-reserve van de verkoopprijs. De taxateur moet bij de marktanalyse onderzoeken of en in welke mate een koper bij het bepalen van de aankoopprijs rekening heeft gehouden met de omvang van het aandeel in de VvE-reserve.
Als sprake is van een vergelijkingsobject met een gebruikelijke of beperkte VvE-reserve, blijft bij veel gemeenten een gedetailleerde analyse van het aandeel in de VvE-reserve op het moment van de verkoop van het vergelijkingsobject achterwege. Een gebruikelijke of beperkte VvE-reserve heeft doorgaans namelijk geen betekenisvolle invloed op de verkoopprijs en dus de hoogte van de WOZ-taxatie.
Geen tekortkomingen
De Waarderingskamer heeft geen tekortkomingen geconstateerd. De Waarderingskamer hanteert de stringente eis dat gemeenten bij de marktanalyse voor de WOZ-taxaties nader onderzoek doen in geval van significante VvE-reserves. Daardoor laat de Waarderingskamer de gemeenten enige ruimte voor het maken van een afweging tussen de administratieve lasten voor kopers en administrateurs van VvE’s aan de ene kant en de invloed die de aldus verkregen informatie kan hebben op de nauwkeurigheid van de WOZ-taxaties aan de andere kant. De staatssecretaris acht nadere maatregelen op dit moment niet nodig.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 21 april 2020, nr. 2020Z03230
Geef een reactie