In dit beleidsbesluit geeft de staatssecretaris uitvoering aan fiscale maatregelen in de vorm van concrete goedkeuringen. Daarnaast geeft hij een aantal nog niet eerder gecommuniceerde goedkeuringen.
Ook geeft hij een toelichting op een bestaande mogelijkheid tot het verlagen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting en kondigt hij wetgeving aan die het inkomen in verband met de TOGS met terugwerkende kracht vrijstelt van vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting.
> Zie ook: Extra fiscale steun ondernemers, update 24 april 2020, 16.00 uur
De goedkeuringen zien op de volgende onderwerpen:
- Verschuldigdheid van energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie;
- Invorderingsrente;
- Bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
- Reiskostenvergoeding in de loonheffingen;
- Vrijstelling kortstondig gebruik van een motorrijtuig;
- Maatregel voor om te bouwen taxi’s;
- Geldigheid taxatierapport motorrijtuig;
- Termijn bij gebruikmaking terugwerkende kracht bij geruisloze omzetting, bedrijfsfusie, juridische fusie, splitsing en geruisloze terugkeer;
- Btw gevolgen van het ter beschikking stellen van zorgpersoneel;
- Btw gevolgen van het gratis verstrekken van medische hulpgoederen en ‑apparatuur;
- Verlaagd btw-tarief bij online aanbieden van sportlessen;
- Vrijstelling van een aantal Duitse netto-uitkeringen;
- Nieuwe goedkeuringen:
- Uitstel van betaling van belastingschulden;
- Betalingsverzuimboeten;
- Mededelingsplicht bodemrecht;
- Verklaring betaalgedrag;
- Melding betalingsonmacht;
- G-rekening.
Het besluit van 14 april 2020, nr. 2020-6767, Stcrt. 22293 is ingetrokken.
Verlaging voorlopige aanslag
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet IB 2001 bieden de mogelijkheid om een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting te verminderen. Ondernemers die in 2020 een lagere winst verwachten dan waarmee rekening is gehouden bij het opleggen van de voorlopige aanslag(en), kunnen een verzoek om vermindering indienen bij de inspecteur. De inspecteur zal dit verzoek inwilligen. Heeft de ondernemer meer belasting betaald dan het bedrag dat is verschuldigd na inwilliging van het verzoek, dan krijgt hij het verschil terugbetaald.
Aankondiging vrijstelling TOGS
Ondernemingen kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 op grond van de Beleidsregel Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren (TOGS). Een van de voorwaarden is dat in de periode 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 ten minste € 4.000 omzetverlies wordt verwacht. Het uitgangpunt is dat een dergelijke vergoeding behoort tot de winst van de onderneming. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 27 maart 2020, wordt deze tegemoetkoming vrijgesteld van belastingheffing. Om belastingheffing over deze vergoeding te voorkomen, zal in het pakket Belastingplan 2021 met terugwerkende kracht worden geregeld dat de tegemoetkoming die op grond van de TOGS wordt verkregen niet tot de winst behoort.
Uitstel van betaling van belastingschulden
Ondernemers die door bijzondere omstandigheden waarvan de oorzaak buiten hun invloed ligt, tijdelijk in liquiditeitsproblemen zijn gekomen kunnen om uitstel van betaling vragen, het zogenoemde ‘bijzonder uitstel’. De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid. Daarom keurt de staatssecretaris het volgende goed.
Goedkeuring 1 (drie maanden geen invorderingsmaatregelen)
De staatssecretaris keurt goed dat de ontvanger na ontvangst van een verzoek om uitstel van betaling door een ondernemer van een van de hierna genoemde belastingen, dat is ingediend op of na 12 maart 2020, gedurende drie maanden geen invorderingsmaatregelen treft, tenzij de belangen van de Staat zich hiertegen verzetten. Het verzoek om uitstel kan schriftelijk of digitaal via een daartoe bestemd formulier worden ingediend nadat er een belastingaanslag is opgelegd. Het verzoek om uitstel wordt geacht een verzoek om uitstel van betaling te zijn van alle openstaande en nog op te leggen belastingaanslagen waarop deze goedkeuring betrekking heeft.
Deze goedkeuring geldt voor de volgende belastingen: loonheffingen, omzetbelasting, inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE), kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijnzen en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Deze goedkeuring geldt niet voor de omzetbelasting, de accijnzen, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de kolenbelasting voor zover deze belastingen worden geheven met toepassing van de douanewetgeving ter zake van de invoer. Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen (verder) uitstel verzetten. Dit is onder meer het geval als de ontvanger vreest voor misbruik van de situatie waardoor verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.
Goedkeuring 2 (uitstel langer dan drie maanden)
De staatssecretaris keurt onder de volgende voorwaarden goed dat de ontvanger uitstel van betaling van belasting verleent voor een periode langer dan drie maanden. De ondernemer kan om deze langere uitsteltermijn vragen in zijn eerste verzoek om uitstel, of kan hier binnen de periode van 3 maanden na zijn eerste uitstelverzoek alsnog schriftelijk of (op termijn) digitaal via een daartoe bestemd formulier om vragen.
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vijf voorwaarden:
- De bestaande betalingsproblemen maken langer uitstel noodzakelijk.
- Deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan.
- Er is voor de belastingschuld waarvoor het uitstel wordt gevraagd voldaan aan de aangifteplicht.
- Het gevraagde uitstel heeft betrekking op een of meer belastingen genoemd in goedkeuring 1.
- Als de totale belastingschuld ten tijde van ontvangst van het verzoek om uitstel € 20.000 of meer bedraagt is een verklaring van een derde-deskundige vereist die voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in goedkeuring 3.
Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen (verder) uitstel verzetten. Verleend uitstel van betaling op grond van dit onderdeel heeft een tijdelijk karakter en zal worden ingetrokken zodra de omstandigheden dit mogelijk maken. Dit kan het geval zijn als het kabinet de beperkingen opheft ten aanzien van de branche waarin de ondernemer verkeert. Bijvoorbeeld in geval van een horecaonderneming; als de horeca weer open mag.Gedurende het uitstel kan de ontvanger om tussentijdse aflossingen vragen als de liquiditeitspositie van de ondernemer dat toelaat.
Alvorens het uitstel in te trekken stelt de ontvanger de ondernemer in de gelegenheid om een passende betalingsregeling af te sluiten die niet gebonden is aan een maximumtermijn of aan andere eisen die in het reguliere uitstelbeleid worden gesteld.
Goedkeuring 3 (verklaring derde-deskundige)
De staatssecretaris keurt goed dat de verklaring van de derde-deskundige, die op grond van goedkeuring 2 is vereist bij een belastingschuld van € 20.000 of meer, door de Belastingdienst wordt geaccepteerd als de verklaring in ieder geval de volgende elementen bevat:
- Een verklaring dat aannemelijk is dat er sprake is van werkelijke betalingsproblemen op het moment van het verzoek om uitstel of naar verwachting op korte termijn daarna. Bij ‘korte termijn’ valt te denken aan de periode waarin de actuele beperkingen van het kabinet ten aanzien van de betreffende ondernemer gelden, zoals de sluiting van de horeca, sportaccommodaties en kinderopvang tot en met 28 april en het verbod op evenementen tot 1 juni.
- Een verklaring dat aannemelijk is dat deze betalingsproblemen hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan.
- Een liquiditeitsprognose die volgens de derde-deskundige plausibel is. Deze prognose is opgesteld aan de hand van de feiten en omstandigheden die op het moment van het indienen van het verzoek om uitstel van betaling bekend zijn.
In de toelichting bij de verklaring geeft de derde-deskundige aan welke documenten of gegevens door de ondernemer zijn verstrekt. Zo nodig licht hij dit nader toe. Niet vereist is dat de derde-deskundige een zogenoemde assuranceverklaring geeft dat de ondernemer voldoet aan de voorwaarden.
Goedkeuring 4 (samenloop uitstelvormen)
De staatssecretaris keurt goed dat noch het feit dat aan de ondernemer eerder uitstel op grond van het bestaande beleid is verleend, noch het feit dat de ondernemer verzoekt om een andere vorm van uitstel, een belemmering vormt voor het toekennen van uitstel van betaling op grond dit onderdeel.
Goedkeuring 5 (geen verrekening)
De staatssecretaris keurt goed dat de ontvanger gedurende de periode van uitstel, als bedoeld in goedkeuring 1 en 2, geen belastingteruggaven (van enige soort) verrekent met de belastingschuld waarvoor uitstel van betaling is verleend, tenzij de ondernemer hierom verzoekt of de belangen van de Staat worden geschaad. Deze goedkeuring 5 is niet van toepassing bij de verrekening van rechten bij invoer.
Betalingsverzuimboeten
De staatssecretaris acht het onwenselijk dat ondernemers waaraan op grond van onderdeel 11 van dit besluit uitstel van betaling is verleend, worden beboet omdat zij niet (tijdig) aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan. Daarom keurt hij het volgende goed.
De staatssecretaris keurt goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt (zie onderdeel 11), worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve worden vernietigd. Deze goedkeuring geldt voor alle belastingmiddelen waarvoor de tijdelijke bijzondere uitstelregeling van dit besluit geldt.
Verklaring betalingsgedrag
De staatssecretaris keurt goed dat in afwijking van artikel 35.12.2 LI de ontvanger een schone verklaring betalingsgedrag afgeeft als voor de nageheven loonheffingen of voor de (door de uitlener verschuldigde) omzetbelasting ingevolge dit besluit uitstel van betaling is of zal worden verleend dan wel ingevolge dit besluit voor bedoelde naheffingsaanslagen geen invorderingsmaatregelen worden genomen.
Melding betalingsonmacht
De staatssecretaris keurt goed dat voor zover het verzoek om uitstel van betaling op grond van dit beleidsbesluit betrekking heeft op aangiftetijdvakken die eindigen na 1 februari 2020, het verzoek in voorkomend geval mede geldt als tijdige melding van betalingsonmacht als bedoeld in artikel 36, tweede lid IW. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
G-rekening
Goedkeuring 1
De staatssecretaris keurt goed dat in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004, het saldo van de g-rekening dat overeenkomt met de verschuldigde loonheffing en omzetbelasting waarvoor op grond van dit beleidsbesluit uitstel van betaling is verleend dan wel de invordering is opgeschort op grond van een ingediend verzoek om uitstel van betaling, op verzoek kan worden gedeblokkeerd door de ontvanger. De in de vorige volzin bedoelde verruiming kan worden beperkt in situaties van misbruik of oneigenlijk gebruik.
Goedkeuring 2
De staatssecretaris keurt goed dat uitwinning van de g-rekening achterwege blijft als er een verzoek om uitstel van betaling op grond van dit besluit in behandeling is of is toegewezen, tenzij de belangen van de Staat zich daartegen verzetten.
Meer informatie: Besluit noodmaatregelen coronacrisis, Stcrt. 2020, 23814
Geef een reactie