Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën geeft aan dat de Belastingdienst verwacht dat veel belastingplichtigen ook voor het jaar 2019 bezwaar zullen maken tegen de box 3-heffing. Daarom is besloten deze bezwaren aan te merken als massaal bezwaar, net zoals de twee voorgaande jaren.
In de besluiten van 7 juli 2018 en 18 april 20191 zijn bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing (box 3-heffing) in de aanslagen inkomstenbelasting over de belastingjaren 2017 en 2018 aangewezen als massaal bezwaar. Deze procedures hebben nog niet geleid tot een arrest van de Hoge Raad. De Belastingdienst verwacht dat veel belastingplichtigen ook voor het jaar 2019 bezwaar zullen maken tegen de box 3-heffing. Daarom geeft de staatssecretaris ook voor de box 3- heffing in de aanslag inkomstenbelasting 2019 een aanwijzing massaal bezwaar, gebaseerd op artikel 25c Algemene wet inzake rijksbelastingen.
In deze aanwijzing is toegelicht dat bezwaarschriften, waarin naast bezwaren die zien op de rechtsvraag ook andere bezwaren zijn opgenomen, gesplitst zullen worden behandeld. Daarmee wordt eenzelfde werkwijze voortgezet als voor de behandeling van de massaal bezwaarschriften over de belastingjaren 2017 en 2018. De inspecteur zal, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, binnen zes weken na een onherroepelijk oordeel van de Hoge Raad een collectieve uitspraak doen op de ingediende bezwaarschriften.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 28 april 2020, 2020-0000075664
Geef een reactie