Zorgaanbieders die zorg leveren die vergoed wordt vanuit de basisverzekering of een aanvullende verzekering kunnen een maandelijkse continuïteitsbijdrage aanvragen bij de zorgverzekeraars.
Dit compenseert het overgrote deel van de omzetdaling door de coronacrisis en gaat verder dan de dekking van loonkosten in de rijksregelingen. Zorgaanbieders kunnen daardoor hun doorlopende kosten betalen, zij hoeven de bijdrage niet terug te betalen. Deze regeling is bedoeld voor zorgaanbieders met een jaarlijkse omzet lager dan tien miljoen euro. Dat heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) laten weten aan betrokken branche- en beroepsorganisaties.
Een groot deel van de betrokken zorgaanbieders heeft de afgelopen weken namelijk geen of minder zorg kunnen verlenen. Zij kunnen daardoor ook geen of minder zorgkosten declareren bij de zorgverzekeraars, terwijl hun kosten wel doorlopen. De zorgverzekeraars hebben samen afgesproken ter overbrugging een bijdrage te leveren aan de doorlopende kosten. Het gaat dan om personeelskosten (zoals de Rijksoverheid dat voor andere ondernemers regelt bij de NOW-regeling), maar ook om huur, afschrijvingen en bijvoorbeeld het loon van de praktijkhouder.
Zorgverzekeraars lieten 5 april al weten gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorgaanbieders in mei, met terugwerkende kracht tot 1 maart van dit jaar, financieel te gaan ondersteunen met een maandelijkse continuïteitsbijdrage. Veel zorgaanbieders met acute financiële problemen kunnen sinds april al een vooruitbetaling aanvragen, zodat zij toch hun rekeningen kunnen betalen en hun bedrijf voortzetten. Nu presenteren de zorgverzekeraars de uitwerking. Vanaf 15 mei wordt deze gefaseerd opengesteld voor verschillende groepen zorgaanbieders.
Bijdrage gebaseerd op normale omzet
Zorgaanbieders ontvangen de continuïteitsbijdrage voor het deel van de omzet dat daalt door de coronacrisis. De bijdrage is gebaseerd op de normale omzet die zorgverzekeraars zouden vergoeden uit de basisverzekering en aanvullende verzekeringen en ligt voor de meeste zorgaanbieders tussen de 75% en 87%. Zorgaanbieders die na de crisis weer hun normale (volledige) omzet hebben, krijgen deze volledig vergoed conform de afspraken die ze daarover hebben gemaakt met de zorgverzekeraars. Zorgaanbieders die niet in staat zijn gemiste omzet in te halen, hebben over het hele jaar door de regeling toch een bijna volledige omzet.
Zorgverzekeraars verwachten wel dat zorgverleners waar mogelijk inhaalzorg gaan leveren. Alleen zo is er voldoende capaciteit om de wachtlijsten niet onnodig te laten oplopen. Op het moment dat zorgaanbieders de niet-verleende zorg gaan inhalen bovenop de reguliere zorg, geldt daarvoor een aangepaste vergoeding. Dat is ook logisch omdat anders dubbel betaald zou worden voor zorg en de zorgkosten (en dus de zorgpremies) verder zouden stijgen.
Aparte regeling voor grote zorgorganisaties
Eerder troffen de zorgverzekeraars al regelingen voor huisartsen en de zorgkantoren voor aanbieders in de langdurige zorg. Uitgezonderd van de aangekondigde regeling zijn ook: zorgorganisaties met een omzet groter dan tien miljoen euro, zoals de algemene ziekenhuizen en de umc’s, categorale instellingen, leden van Revalidatie Nederland en een aantal andere grote instellingen, bijvoorbeeld in de ggz en wijkverpleging. De zorgverzekeraars treffen voor deze zorgaanbieders een aparte regeling, die op 1 juli gereed is en met terugwerkende kracht ingaat per 1 maart.
Namens de zorgverzekeraars, ziekenhuizen en umc’s maken ZN, NVZ en NFU goede vorderingen in het overleg over de financiële afspraken die voor 2020 en volgende jaren noodzakelijk zijn in verband met de gevolgen van corona. Onlangs zijn hiervoor al bevoorschottingsafspraken gepubliceerd. Het gezamenlijke streven is om de hoofdlijn van de financiële regeling uiterlijk op 1 juni af te ronden op basis van de afspraak om zowel de extra kosten als de omzetderving als gevolg van de coronacrisis afdoende te dekken. De regeling zal in juli operationeel zijn en ingaan met terugwerkende kracht naar 1 maart. De NZa borgt dat de regelgeving faciliterend is om de gemaakte afspraken met minimale administratieve belasting te verwerken.
Bron: ZN, 1 mei 2020
Geef een reactie