ECLI:NL:PHR:2020:428 Parket bij de Hoge Raad, 28-04-2020, 19/04234

Verwijzingszaak. Het hof behandelt, na verwijzing door de Hoge Raad, de zaak opnieuw, omdat belanghebbende niet op de juiste wijze was uitgenodigd voor de zitting. Belanghebbende stelt dat zijn aangifte gecontroleerd is door een registratie in het FSV-systeem en dat die registratie is gebaseerd op discriminatoire gronden. Het hof vindt aannemelijk dat de aangifte van... lees verder

Wet WOZ, waardering woning. De woning is verkocht in verhuurde staat, in een pakketverkoop en niet via aanbieding op de woningmarkt. Het hof is van oordeel dat de eigen aankoopprijs voor de WOZ-waardering in dit geval niet bruikbaar is. De vergelijking met de gerealiseerde verkoopprijzen van vergelijkingsobjecten laat zien dat de WOZ waarde van de... lees verder

Het hof is van oordeel dat belanghebbende, een Rijnvarende, niet met vrucht een beroep kan doen op het bepaalde in artikel 15, lid 3 van het belastingverdrag Nederland-Zwitserland en dat Nederland op grond van artikel 15, lid 1, van het belastingverdrag het exclusieve heffingsrecht heeft over de inkomsten die belanghebbende in 2014 heeft genoten. Meer... lees verder

Belanghebbende is eigenaar van een woning uit bouwjaar 1919. In geschil is de WOZ-waarde van de woning met waardepeildatum 1 januari 2019. Het hof heeft geoordeeld dat de door de heffingsambtenaar beschikte WOZ-waarde van € 176.000 niet te hoog is. Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2024:3753&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken

De heffingsambtenaar heeft op de waardepeildatum van 1 januari 2021 vastgesteld op € 293.000. In geschil is of de heffingsambtenaar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden door de onderbouwing van de WOZ-waarde van de woning gedurende de verschillende fases van de procedure te wijzigen. Het hof stelt voorop dat het in belastingprocedures over... lees verder