De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs reageert op het implementatievoorstel UBO-register.
Hoewel het consultatievoorstel in de basis dicht bij de voorgeschreven minimale implementatie blijft van een UBO-register voor trust(achtigen), gaat het op een essentieel punt verder dan vereist. Namelijk voor wat betreft de openbaarheid. Anders dan ten aanzien van de UBO-registratie voor vennootschappen, eist de gewijzigde vierde antiwitwasrichtlijn niet dat het UBO-register voor trusts(achtigen) voor eenieder (deels) toegankelijk is. Toch wordt met het consultatievoorstel een (deels) openbaar UBO-register voor trust(achtigen) voorgesteld. De motivering hiervoor voldoet niet aan de vereiste toetsing aan het recht op privacy zoals vastgelegd in onder andere de Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 8 EVRM.
Trusts
Daarnaast voorziet de Orde de nodige knelpunten en onduidelijkheden voor de praktijk in de toepassing van de UBO-definitie voor trust(achtigen), zoals ter zake van de algemene kwalificatie van trustees en begunstigden als UBO’s. Nadere verduidelijking en concrete handvatten zijn zeer wenselijk, bijvoorbeeld door het ontsluiten van praktijkvoorbeelden als onderdeel van de voorlichting door de Kamer van Koophandel. Ten aanzien van de UBO-registratie van vennootschappen is in de Eerste Kamer ook over dit type voorlichting gesproken en is aangegeven dat de mogelijkheid hiervan wordt onderzocht. Vanzelfsprekend is de Orde graag bereid daaraan bij te dragen.
Meer informatie: NOB, 14 mei 2020
Geef een reactie