Minister Koolmees biedt de Tweede Kamer de al eerder, op 20 mei aangekondigde wijzigingsregeling van de NOW-maatregel aan. Het gaat om de derde wijziging.
Overgang van onderneming
Ondernemingen die een (onderdeel van een) onderneming hebben overgenomen in 2019 of begin 2020 blijken in een aantal gevallen in beperktere mate gebruik te kunnen maken van de NOW. Deze problematiek zal worden gemitigeerd door een bepaling op te nemen, vergelijkbaar met de bepaling in de NOW voor startende ondernemingen. De nieuwe bepaling ziet op situaties van overgang van onderneming in 2019 tot en met 1 februari 2020.
De bepaling voor startende bedrijven is eveneens beperkt gewijzigd door de referentie-omzet te laten starten vanaf de eerste kalendermaand op de dag van de aanvang van de bedrijfsuitoefening, in plaats van de dag na aanvang van de bedrijfsuitoefening. Dit heeft tot gevolg dat ondernemingen die starten op 1 februari 2020 ook nog kunnen profiteren van deze alternatieve berekeningswijze voor de referentie-omzet. Een bedrijf moet wel uiterlijk op 1 februari 2020 zijn gestart, omdat er anders geen relevante refertemaand voor de omzet voorhanden is, die moet immers liggen voor maart (de eerste maand waarover NOWtegemoetkoming ontvangen wordt). Die referentiemaand is vereist om (vermenigvuldigd met 3) af te kunnen zetten tegen de gekozen omzetperiode (maart-mei, april-juni of mei-juli) waarover de tegemoetkoming op grond van de NOW wordt ontvangen.
Deze enigszins uitgebreide bepaling voor startende ondernemingen wordt nu ook op vergelijkbare wijze toegepast voor de situatie dat een onderneming een andere onderneming heeft overgenomen. De aanvrager van een NOW-subsidie kan – indien hij een overname heeft gedaan na 1 januari 2019, maar uiterlijk op 1 februari 2020 – de kalendermaanden vanaf het moment van de overgang hanteren voor de omzetvergelijking, omgerekend naar de omzet over drie maanden. Op die manier wordt beter aangesloten bij de daadwerkelijke omzet(daling) van ondernemingen die betrokken zijn geweest bij een overgang van onderneming.
Een onderneming die te maken heeft gehad met overgang van onderneming zou, afhankelijk van het moment van overgang, eveneens benadeeld kunnen worden doordat de loonsom voor januari of november (de refertemaand voor de loonsom binnen de NOW) niet langer representatief meer is vanwege de overgang van onderneming. Deze problematiek rondom overgang van ondernemingen wordt eveneens gemitigeerd doordat in deze regeling wordt bepaald dat de hierboven genoemde mogelijkheid om een hogere loonsom in de maanden maart t/m mei gesubsidieerd te krijgen ook geldt indien een overname leidt tot een hogere loonsom voor de verkrijgende onderneming. Dan wordt de hieronder toegelichte regel toegepast dat de loonsom van maart t/m mei wordt gehanteerd voor de loonsombepaling, mits die loonsom in de periode maart t/m mei 2020 hoger is dan driemaal de loonsom van januari. Deze regel zal overigens niet in alle gevallen van overgang van onderneming soelaas bieden om de juiste loonsom te bepalen.
Loonsombepaling
Geregeld wordt dat de loonsom van maart t/m mei gehanteerd kan worden bij de subsidievaststelling. Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt dat een werkgever niet onnodig benadeeld wordt doordat zijn loonsom in de subsidieperiode (maart t/m mei) hoger is dan de loonsom in de referentiemaand (januari). Deze wijziging zorgt ervoor dat werkgevers de loonsom van maart t/m mei kunnen hanteren bij de subsidievaststelling, mits de loonsom in de periode maart t/m mei 2020 hoger is dan driemaal de loonsom van januari. In deze rekenmethode wordt de hoogte van de loonsom in de maanden april en mei altijd gemaximeerd op het niveau van maart.
Door de voorgestelde aanpassing voorziet de regeling ook in adequate tegemoetkoming in de loonkosten indien de loonsom in de periode maart t/m mei hoger is dan in de referentiemaand januari maal drie. De voorgestelde alternatieve rekenmethode voor de loonsom geldt voor alle bedrijven die in de subsidieperiode (maart tot en met mei) een hogere loonsom hadden dan de loonsom in de referentiemaand januari maal drie. Het belang om de hoogte van de subsidie goed aan te laten sluiten op de werkelijke loonkosten in de subsidieperiode geldt immers in al deze gevallen.
De loonsom van april en mei zullen worden gebaseerd op de loongegevens zoals vastgesteld op 19 juli 2020. Hiermee wordt aangesloten bij de reeds bepaalde datum voor de loonsom tijdens de subsidieperiode, zoals aangegeven in artikel 7, lid 4. De loonsom van maart wordt gebaseerd op de loongegevens zoals vastgesteld op peildatum 15 mei. Om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen wordt maart vastgesteld op basis van reeds beschikbare gegevens en zijn de loonsommen van april en mei gemaximeerd op het niveau van maart.
De aanpassing geldt expliciet alleen voor de berekening van de subsidiehoogte bij vaststelling, na afloop van de subsidieperiode.
Extra periode salaris uit loonsom filteren
Geregeld wordt dat extra periode salaris uit de loonsom kan worden gefilterd tijdens zowel de referentieperiode als de subsidieperiode. Bij vormgeving van de NOW was de veronderstelling dat de maand januari in nagenoeg alle gevallen een representatieve loonsom zou genereren voor bedrijven. Sindsdien is gebleken dat een substantieel deel van werkgevers een extra salaris uitkeert in januari, betreffende een dertiende maand. De regeling wordt hierop aangepast om te voorkomen dat werkgevers enkel vanwege de betaling van een dertiende maand in januari een aanzienlijk deel van de NOW-subsidie moeten terugbetalen bij vaststelling. Het blijkt niet mogelijk om andere incidentele betalingen uit de loonsom te filteren zoals eenmalige bonussen. Daarvoor kan de loonsom dan ook niet worden geschoond.
Accountantsverklaring
In de toelichting van de NOW is aangegeven dat gestreefd wordt om snel helderheid te verstrekken onder welke grens een verklaring van een accountant niet wordt vereist. Er is voor gekozen om hierbij uit te gaan van de reguliere grens van de Aanwijzingen voor de subsidievaststelling dat er geen accountantsverklaring gevraagd wordt voor vaststellingen onder de €125.000,-. Hierbij zal uitgegaan worden van het gevraagde subsidiebedrag bij de vaststelling. Bedrijven en instellingen zullen dus zelf een berekening moeten maken of zij een accountantsverklaring nodig hebben. Dit zal natuurlijk ook bij de vaststelling moeten blijken. Om zoveel mogelijk werkgevers vooraf helderheid te geven of een accountantsverklaring is vereist is bepaald dat bedrijven die een voorschot hebben ontvangen van €100.000,- of meer een accountantsverklaring moeten overleggen. Een voorschot van €100.000,- betreft immers in de meeste gevallen een subsidiebeschikking van €125.000,-. Indien bij een voorschot lager dan € 100.000 naderhand blijkt dat de subsidie toch op een bedrag van €125.000,- of hoger zal worden vastgesteld, zal de werkgever verzocht worden om alsnog een accountantsverklaring in te leveren. De werkgever krijgt daarvoor 14 weken de tijd, zodat deze werkgevers ook 38 weken krijgen om een accountantsverklaring te overleggen.
Bij de bedragen van €100.000,- voor het voorschot en €125.000,- voor het vaststellingsbedrag wordt uitgegaan van het bedrag van de individuele rechtspersoon/natuurlijke persoon of het concern indien er sprake is van een concern. Hierbij zal niet per loonheffingennummer worden gekeken. Belangrijk punt van controle door de accountant is immers de omzetdaling, en die wordt beoordeeld op het niveau van de gehele onderneming, of als er sprake is van een groep van de gehele groep. Dit voorkomt een versnipperde controleaanpak en leidt tot meer efficiency en effectiviteit door een hogere som aan gecontroleerde vaststellingsverzoeken. Deze verklaring van de accountant moet voldoen aan controlestandaarden die door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants zijn vastgesteld, met inachtneming van het accountantsprotocol dat door de minister wordt vastgesteld.
Controle
Naar verwachting zal de meerderheid van de bedrijven geen verklaring van een accountant nodig hebben, omdat er sprake is van een voorschot onder de €100.000,- of een subsidiebedrag onder de €125.000,-. Dat betekent echter niet dat er bij hen geen controle plaatsvindt. In alle gevallen zullen de organisaties bij het verzoek tot vaststelling gevraagd worden een aantal bevestigingen te doen dat zij hun aanvraag naar waarheid hebben ingevuld en dat zij onder meer verklaren dat er geen sprake is van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidiegelden en onderneming zich bewust is van extra controles in geval van (vermoeden van) misbruik en oneigenlijk gebruik. Daarnaast zal bij het verzoek om vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de €20.000 of een vaststelling boven de €25.000,-, een verklaring van een derde overlegd moeten worden mits geen accountantsverklaring overlegd hoeft te worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een administratiekantoor, financieel dienstverlener, of brancheorganisatie. De minister zal aanwijzen welke deskundigen een dergelijke verklaring mogen tekenen. De Belastingdienst vraagt een dergelijke verklaring ook bij uitstel van betaling bij bijzondere omstandigheden. Een verklaring van een derde is niet ongebruikelijk bij subsidie-aanvragen.
Vooralsnog is uitgegaan van een termijn van 24 weken waarbinnen een werkgever een verzoek om vaststelling van de subsidie moet doen en waarbinnen ook de accountantsverklaring moet zijn verstrekt. In de regeling wordt de termijn voor vaststelling verlengd naar 38 weken voor aanvragen waarvoor een verklaring van een accountant wordt meegestuurd. Ten eerste zullen de accountants naar verwachting de komende periode op basis van de huidige stand en rekening houdend met de hiervoor geformuleerde drempelbedragen grote aantallen verklaringen moeten afgeven. Ten tweede zorgt de verlenging van de termijn ervoor dat deze controle ook mogelijk in de reguliere jaarrekeningcontrole kan meelopen, hetgeen efficiënter en effectiever is. Voor andere werkgevers blijft wel gewoon de 24 weken termijn gelden.
Verlenging aanvraagtijdvak
Deze regeling introduceert twee nieuwe mogelijkheden voor aanvragers van een tegemoetkoming op grond van de NOW: de mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei en de mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen. Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW mogelijk alsnog succesvol een aanvraag doen. Hierom wordt het aanvraagtijdvak voor de eerste tranche van de NOW langer opengesteld: tot en met 5 juni 2020.
De hiervoor genoemde nieuwe mogelijkheden voor aanvragers werken overigens terug tot de datum van de brief van 20 mei waarin deze wijzingen aan de Tweede Kamer zijn aangekondigd. Werkgevers konden dan ook vanaf dat moment een beroep doen op deze mogelijkheden. Ook werkgevers die meenden eerder geen recht te hebben op een tegemoetkoming op grond van de NOW hebben door de verruiming van het aanvraagtijdvak voldoende tijd om alsnog een aanvraag in te dienen.
Wijziging moment openstelling loket voor subsidievaststelling
De regeling schrijft voor dat een aanvraag om vaststelling van de subsidie wordt gedaan binnen 24 weken na afloop van het gekozen omzettijdvak (artikel 14). Uit die bepaling kon worden afgeleid dat verzoeken om vaststelling per 1 juni 2020 ingediend konden worden. Inmiddels is duidelijk dat het, mede gelet op de verlenging van de NOW met een tweede aanvraagtijdvak, niet mogelijk is om eerder dan 7 oktober 2020 verzoeken om subsidievaststelling in behandeling te nemen (18 weken later dan 1 juni). Daarom wordt geregeld dat een werkgever een aanvraag om subsidievaststelling kan doen na 6 oktober 2020. De indieningstermijn van 24 weken voor de aanvraag begint vanaf die datum te lopen. De werkgevers waarvoor geldt dat hun omzettijdvak per 31 mei of 30 juni eindigde, krijgen dan ook langer de tijd om een aanvraag om vaststelling van subsidie voor te bereiden.
Meer informatie: Ministerie SZW, 27 mei 2020
Eerste hulp bij crisisbeheer
Ondernemers en dga’s hebben juist nu extra hulp nodig bij financiële vraagstukken. Welke nieuwe steunmaatregelen zijn relevant en waar dient men rekening mee te houden? Deze online tool inventariseert de situatie en genereert een up-to-date overzicht. Optimaliseer uw klantadvies in tijden van corona!
Geef een reactie