Volgens een persbericht van de HEMA van 15 juni 2020 heeft zij ‘vandaag een belangrijke stap gezet om haar bedrijfsschulden te verlagen en financiële positie te verbeteren door een overeenkomst te sluiten met een groep obligatiehouders die zich hebben verenigd.’ Uit de rest van het bericht blijkt echter dat dit al maanden slepende gevecht ook na het afgelopen weekeinde nog niet is afgerond en dat er nog een rechterlijke goedkeuring vereist is die uiterlijk in september wordt verwacht. Onder de WHOA zou dit conflict volgens Martin Poelman en Dennis Evertsz sneller en beter kunnen worden afgewikkeld.
Boekhoorn (Ramphastos) liet eerder dit jaar, al in maart, weten bereid te zijn om HEMA te voorzien van vers kapitaal, mits de schuldeisers een deel van hun vordering wegstrepen. Een harde confrontatie leek onvermijdelijk en is er ook gekomen, met alle tumultueuze ontwikkelingen van het afgelopen weekeinde tot gevolg. Het persbericht van vandaag maakt duidelijk dat er ook nu nog geen einde is gekomen aan de onzekerheid. Zo staat er bijvoorbeeld: ‘Als de overeenkomst succesvol kan worden geïmplementeerd en afgerond, zal een deel van de bedrijfsschulden worden omgezet in aandelen. De totale obligatieschuld van HEMA zal hiermee dalen van € 750 miljoen naar € 300 miljoen en de groep obligatiehouders zal alle aandelen van HEMA B.V. in handen krijgen.’ Met andere woorden: de transactie is kennelijk nog niet afgerond. Volgens Het Financieele Dagblad van 15 juni 2020 moet het verkooptraject uiterlijk in september zijn afgerond, ‘tegelijkertijd met de levering van de aandelen-Hema aan de schuldeisers. Deze overdracht duurt enkele maanden, omdat de rechtbank eerst zijn goedkeuring moet geven.’ Al met al duurt het HEMA-traject dus ongeveer een half jaar. Dat is tamelijk lang.
Het probleem dat hier speelt is dat op dit moment het juridisch arsenaal om in zo’n situatie op korte termijn tot een redelijke oplossing te komen die iedereen bindt beperkt is. Slechts onder zeer bijzondere omstandigheden kan een schuldenaar zijn vermogensverschaffers (schuldeisers en aandeelhouders) dwingen om mee te werken aan een akkoord.
Verstrekkende gevolgen
Op 26 mei 2020 heeft de Tweede Kamer echter de Wet Homologatie Onderhands Akkoord aangenomen. Deze wet zal het mogelijk maken dat een onderhands akkoord tussen een onderneming en haar schuldeisers en aandeelhouders door een rechter wordt goedgekeurd (gehomologeerd). Het akkoord is dan verbindend voor alle (in zogeheten klassen in te delen) partijen. Zelfs schuldeisers of aandeelhouders die tegen het akkoord hebben ingestemd kunnen dan aan het akkoord worden gebonden. Er hoeft overigens maar één klasse vóór het akkoord te hebben gestemd. Die klasse moet dan wel ‘in the money’ zijn, dus tenminste recht hebben op een uitkering als het tot een faillissement zou komen.
Een WHOA-akkoord kan dus verstrekkende gevolgen hebben voor de rechtspositie van schuldeisers, aandeelhouders en de schuldenaar zelf (de onderneming). Zo kan een WHOA-akkoord voorzien in gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van openstaande vorderingen of in een zogeheten debt for equity swap (omzetting van schuld in aandelen), zoals bij het HEMA-akkoord het geval lijkt te zijn. Ook kan een aandeelhouder zijn aandelen verliezen (zoals ook voor Boekhoorn c.q. Ramphastos dreigt).
Bijzonder aan het WHOA-voorstel is dat het initiatief niet alleen kan worden genomen door de onderneming zelf, maar ook door schuldeisers, aandeelhouders en zelfs de Ondernemingsraad. Verder hoeft een WHOA-akkoord niet op alle schuldeisers en aandeelhouders te zien. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen om dit alleen aan te bieden aan een bepaalde groep schuldeisers die een vergelijkbare positie innemen, bijv. de financiers of obligatiehouders.
De WHOA zou dus ideaal zijn geweest voor de HEMA-casus. Ook de WHOA gaat uit van een minnelijk voortraject. Maar komen de partijen er onderling niet uit onder de WHOA, dan kan iedere schuldeiser en aandeelhouder en zelfs de Ondernemingsraad het initiatief nemen om te komen tot een door de rechter op te leggen akkoord. Die rechter kan zich dan ook over de toekomstige (reorganisatie)waarde van de HEMA uitlaten. Dat was volgens het genoemde FD-artikel een van de twistpunten tussen Boekhoorn (Ramphastos) en de schuldeisers. Over dit soort belangrijke onderwerpen als de toekomstige waarde kan zelfs al aan het begin van het WHOA-traject een rechterlijke beslissing worden gevraagd. Hiermee kan dus snel en definitief deal certainty worden verkregen. Bovendien verloopt het formele WHOA-traject sneller. Een WHOA-traject kan in beginsel binnen 6 weken worden afgerond, terwijl hoger beroep en cassatie zijn uitgesloten.
De verwachting is dat de WHOA in de zomer van 2020 in werking zal treden, mits ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedkeurt. Ook voor het mkb zal het dan eenvoudiger worden om te herstructureren.
Martin Poelman (advocaat bij Maes Law) en Dennis Evertsz (advocaat bij Evertsz Law & Litigation)
Geef een reactie