Een van de voorwaarden voor een fiscale eenheid omzetbelasting is organisatorische verwevenheid. A-G Ettema is van oordeel dat hiervoor voldoende is dat het ondergeschikte bestuur aanwijzingen van bovenaf kan opvolgen na een betrekkelijk marginale toetsing van die aanwijzingen aan de belangen van onder meer minderheidsaandeelhouders.
A-G Ettema heeft conclusie genomen in een zaak waarin een zogeheten belastingbesparend schoonmaakmodel centraal staat. Zie over deze zaak uitgebreider: ‘Geen vertrouwen te ontlenen aan onterechte beschikking FE OB. In cassatie zijn drie kwesties aan de orde. De eerste is de vraag of Hof Den Bosch een juiste uitleg heeft gegeven aan het begrip organisatorische verwevenheid. De tweede kwestie is de vraag in hoeverre het nationaalrechtelijke vertrouwensbeginsel verenigbaar is met het Unierecht. De derde kwestie betreft toepassing van de verleggingsregeling.
Onjuiste uitleg organisatorische verwevenheid
Rechtbank en hof hadden geoordeeld dat de organisatorische verwevenheid tussen het ziekenhuis en de bv ontbrak, omdat de bestuurder van de bv zich niet uitsluitend kon richten naar de belangen van het ziekenhuis. Daarmee zou de bv dan niet ondergeschikt zijn aan het ziekenhuis. De A-G is het niet eens met deze zienswijze van hof en rechtbank. Volgens de A-G is het voldoende dat het ondergeschikte bestuur aanwijzingen ‘van bovenaf’ kan opvolgen. Het gaat dan met name om aanwijzingen over de strategie en het beleid. Het bestuur moet die aanwijzingen marginaal kunnen toetsen aan de belangen van onder meer minderheidsaandeelhouders.
Het vertrouwensbeginsel en het Unierecht
Volgens de A-G brengt het beginsel van de formele rechtskracht niet reeds mee dat met een beschikking fiscale eenheid de gevolgen van de fiscale eenheid voor de heffing intreden. Wel kan in een beschikking fiscale eenheid een bewuste standpuntbepaling besloten liggen. Aan een dergelijke standpuntbepaling is de inspecteur gebonden door het vertrouwensbeginsel. De vraag is of het Unierecht zich verzet tegen toepassing van het vertrouwensbeginsel. In een andere zaak (rolnummer 19/03617) geeft de A-G de Hoge Raad in overweging hierover prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie EU.
Verleggingsregeling bij onderaanneming
De A-G is het wel eens met het oordeel van Hof Den Bosch over de verleggingsregeling bij onderaanneming. Ten overvloede gaat de A-G nog in op de uitleg van het zogeheten eigenbouwerschap.
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 17 juni 2020 (gepubliceerd 3 juli 2020), ECLI:NL:PHR:2020:614, 19/03185
Geef een reactie