Corrigeert de Belastingdienst in 2015 een verlies en is daardoor sprake van een positief belastbaar bedrag? En heeft de Belastingdienst de winst van 2014 al verminderd met het aangegeven verlies van 2015? Dan kan de Belastingdienst alleen navorderen over 2014 als eerst een verliesherzieningsbeschikking over 2015 is afgegeven.
De Belastingdienst legde aan een bv over 2014 een definitieve aanslag op naar een belastbaar bedrag van € 214.904. Met dagtekening 28 juli 2018 verminderde de inspecteur de aanslag over 2014 vanwege een achterwaartse verliesverrekening van € 105.512 over 2015. Na de verliesverrekening resteerde een belastbaar bedrag over 2014 van € 106.392. Vervolgens legde de inspecteur met dagtekening 23 maart 2019 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over 2015 op. Daarbij corrigeerde de inspecteur het door de bv aangegeven verlies. De belastbare winst 2015 kwam daarmee uit op € 218.505. Met dagtekening 6 april 2019 heeft de inspecteur vervolgens een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014 opgelegd berekend naar een belastbaar bedrag van € 214.904. Tot slot heeft de inspecteur met dagtekening 28 januari 2020 een verliesherzieningsbeschikking over 2015 gegeven. Hierin is het verlies 2015 herzien van € 108.512 naar nihil.
Zijn aanslagen vennootschapsbelasting 2014 terecht?
Bij Rechtbank Gelderland is in geschil of de aanslagen vennootschapsbelasting 2014 in stand kunnen blijven omdat niet vooraf een verliesherzieningsbeschikking door de Belastingdienst is afgegeven. De rechtbank ziet geen reden de primitieve aanslag vennootschapsbelasting 2014 te vernietigen. De inspecteur heeft over 2014 geen verlies vastgesteld. Daarom is een aparte verliesherzieningsbeschikking voor de primitieve aanslag niet nodig.
Eerst verlies herzien
Voor de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014 is dat anders. De bv heeft aangevoerd dat de inspecteur geen aparte beschikking herziening verlies heeft genomen. De rechtbank geeft aan dat volgens de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2005:AR6000) bij een ten onrechte verrekend verlies, de Belastingdienst eerst een verliesherzieningsbeschikking moet afgeven. Pas daarna kan de Belastingdienst de navorderingsaanslag opleggen. De inspecteur heeft eerst na het opleggen van de navorderingsaanslag een verliesherzieningsbeschikking genomen. Daarom moet de navorderingsaanslag worden vernietigd. Dit is alleen anders als de belastingplichtige akkoord was gegaan met de verkeerde volgorde. Dat is hier niet aan de orde.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 22 juni 2020 (gepubliceerd 9 juli 2020), ECLI:NL:RBGEL:2020:3042, nr. AWB – 19 _ 4102
Geef een reactie