Het kabinet laat de besluitvorming over het vervolg op het huidige noodpakket meelopen in de augustusbesluitvorming. Dat betekent dat de plannen voor de periode na 1 oktober uiterlijk op Prinsjesdag bekend zullen worden gemaakt.
De cijfers over economie en arbeidsmarkt voor het tweede kwartaal en de concept macro economische verkenning van het CPB komen half augustus. Het kabinet wil daarop wachten om een zo goed mogelijke inschatting te kunnen maken van wat vanaf 1 oktober nodig is. Daarom laat het kabinet de besluitvorming over het vervolg op het huidige noodpakket meelopen in de augustusbesluitvorming.
Duidelijk is dat de gevolgen van het coronavirus, tenminste in delen van de economie, nog lange tijd merkbaar zullen blijven. Er zal immers een steeds groter beroep moeten worden gedaan op het vermogen van bedrijven en werkenden zich aan te passen aan die nieuwe realiteit. Tegelijkertijd is het nu nog te vroeg om te zeggen wat in oktober precies nodig zal zijn, en daarop vooruitlopen brengt risico’s met zich mee. Hoe de economie zich ontwikkelt is in deze roerige tijd zeer lastig te voorspellen.
Behalve de vraag wat er precies nodig is, speelt de vraag wat er in de uitvoering mogelijk is. Net als bij het opstellen van het eerste en tweede steunpakket, zal uitvoerbaarheid ook na oktober een centrale randvoorwaarde vormen. Wat uitvoeringsorganisaties als UWV en gemeenten aankunnen stelt harde grenzen aan een eventueel vervolg.
Al vanaf het begin van de coronacrisis voert het kabinet wekelijks overleg met de werknemers- en werkgeversorganisaties en het is van cruciaal belang om daarin samen te blijven optrekken. De komende weken worden benut om dat gesprek met elkaar te hebben.
Meer informatie: Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid, brief van 10 juli 2020, nr. 2020-0000092606
Geef een reactie