Het Ministerie van Sociale Zaken wil dat innovatieve startups met schaalbare bedrijfsactiviteiten gemakkelijker essentieel personeel uit landen buiten de EER kunnen aantrekken. Daarom wil het ministerie een pilot starten zodat onder voorwaarden een tewerkstellingsvergunning niet nodig is.
Uit onderzoek blijken de eerste personeelsleden van jonge, innovatieve bedrijven (startups) vaak essentieel te zijn voor het succesvol opschalen van de bedrijfsactiviteiten. Momenteel is het voor startups lastig om ondernemend talent van buiten de EER aan te trekken. In beginsel moet een werkgever daarvoor namelijk een tewerkstellingsvergunning hebben. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan deze vergunning onder voorwaarden weigeren. Bijvoorbeeld als de arbeidsvoorwaarden van de buitenlandse werknemer onder het wettelijke of binnen de bedrijfstak gebruikelijke niveau liggen. En dat levert voor innovatieve startups mogelijk een probleem op, omdat zij vaak te maken hebben met hoge salariseisen.
Verlaagd salariscriterium
Om de kenniseconomie te stimuleren wil het ministerie startups vrijstellen van de tewerkstellingsvergunningplicht. Maar de nieuwe werknemer zal wel een salaris van minstens € 2.423 bruto per maand moeten ontvangen. Daarnaast moet het personeelslid de beschikking krijgen over een medewerkersparticipatie in het bedrijf. De werkgever moet deze medewerkersparticipatie aantoonbaar contractueel vastleggen. De vrijstelling op deze grond geldt voor hooguit vijf vreemdelingen die werkzaamheden verrichten voor de onderneming. De startup kan de regeling maximaal drie jaar benutten. Deze termijn gaat in vanaf het moment van de eerste aanvraag van een verblijfsvergunning onder deze regeling.
Voorwaarden vrijstelling van vergunning
De regeling is bedoeld voor innovatieve startups voor wie de kennismigrantensalarissen nog te hoog zijn. Om te bezien of het kennismigrantensalaris te hoog is, moet men kijken naar de hoogte van de salarissen van de huidige werknemers van de startup. Deze moeten liggen onder het salariscriterium voor kennismigranten. Een andere voorwaarde is dat de startup uit niet meer dan vijftien werknemers bestaat. Bovendien zal de RVO de startup toetsen op innovatief vermogen, schaalbaarheid van bedrijfsactiviteiten, de financiële positie, draagkracht en structuur van de onderneming. De pilot zal een looptijd kennen van drie jaar. Tussentijds zal een evaluatie plaatsvinden. Men kan tot 11 augustus 2020 op de internetconsultatie reageren.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 14 juli 2020, keten-ID 10718
Geef een reactie