Loyens & Loeff is veroordeeld tot betaling van bijna € 21 miljoen schadevergoeding aan de erven van wijlen Farm Frites-oprichter Gerrit de Bruijne, vanwege jaren geleden gemaakte beroepsfouten. Dit blijkt uit een vonnis van 1 juli 2020 dat 27 juli 2020 is gepubliceerd.
Farm Frites-oprichter en -eigenaar Gerrit de Bruijne verhuist in de jaren negentig met zijn vrouw om fiscale redenen naar Curaçao. Zij willen zo onder meer de financiële belangen van de kinderen in de onderneming veilig stellen, gelet op de veel lagere successierechten op het eiland. De stap zal De Bruijne miljoenen guldens aan belastingen besparen, aldus het advies van Loeff Claeys Verbeke, de rechtsvoorganger van Loyens & Loeff.
Het echtpaar woont er zo’n twee jaar, maar krijgt na terugkomst de Belastingdienst aan de deur. De navorderingen lopen in de vele miljoenen; volgens de fiscus – en later de rechter – heeft De Bruijne die jaren toch vooral in Nederland doorgebracht. Hij bleef immers algemeen directeur van Farm Frites, was na zijn verhuizing toch geregeld in Nederland en hield hier bovendien ‘zijn tandarts en huisarts aan’.
Hierop barst de juridische strijd van De Bruijne tegen Loyens & Loeff en rechtsvoorganger Loeff Claeys Verbeke los; de betreffende partner van het kantoor moet foutief geadviseerd hebben over de emigratie en daarom moet het kantoor de schade betalen, aldus de Farm Frites-eigenaar.
Mislukte schikkingspoging
Daar komt ook nog eens foutief advies in een schikkingspoging met de fiscus bij, stelde de rechtbank eerder al vast: ‘Loeff c.s. is toerekenbaar tekort geschoten in haar advisering ter zake de schikkingsonderhandelingen met de Belastingdienst en kan als gevolg daarvan volledig aansprakelijk worden gehouden voor het verlies van een kans door [eiser 1] c.s., te weten een kans op een schikking die zou hebben geleid tot een beter resultaat dan de huidige situatie.’
In mei 2012 maken De Bruijne en kinderen hun eis van 50 miljoen euro schadevergoeding bekend, exclusief rente en bijkomende kosten. Ze krijgen deels gelijk. In een tussenvonnis uit december 2018 oordeelt de rechtbank Rotterdam dat Loyens & Loeff – c.q. rechtsvoorganger Loeff Claes Verbeke – inderdaad ernstige steken heeft laten vallen in de advisering over de door belastingontduiking ingegeven verhuizing naar Curaçao. Echter had De Bruijne zelf het kantoor ‘in zekere buiten spel gezet’ door tijdens zijn periode op de Antillen ‘zijn eigen koers te varen’, waarna Loeff Claeys Verbeke niet meer kon bijsturen.
In het afgelopen maandag gepubliceerde, 27 pagina’s tellende vonnis van 1 juli 2020 – uitvoerbaar bij voorraad – zet de rechtbank de complexe berekening van het door Loyens & Loeff te betalen schadebedrag uiteen. Het kantoor is de inmiddels overleden Bruijne ruim 13,6 miljoen euro verschuldigd; aan de drie kinderen moeten bedragen van 2,2 miljoen euro tot 2,7 miljoen euro worden uitgekeerd, exclusief rente en bijkomende kosten.
Reactie Loyens & Loeff
Een woordvoerder van Loyens & Loeff laat desgevraagd weten dat het nog niet bekend is of het kantoor in hoger beroep gaat in het vonnis. Hier hebben ook de betrokken (beroepsaansprakelijkheids)verzekeraars iets over te zeggen. “Aangezien dit een zaak van zeer lang geleden uit de tijd van Loeff Claeys Verbeke betreft, komt de vergoeding van de schade deels terecht bij de stichting die toeziet op de afhandeling van oude zaken. De verdere afhandeling vindt plaats met de verzekeraars.”
Meer informatie: Rechtbank Rotterdam, 1 juli 2020, gepubliceerd 27 juli 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:6669
Dit artikel is eerder verschenen op advocatie.nl
Geef een reactie