Volgens Milieudefensie draaien juist kleinere, veel minder vervuilende, bedrijven op voor de kosten van verduurzaming in plaats van de grootste vervuilers uit de industrie. Dat blijkt uit informatie die Milieudefensie heeft opgevraagd bij de ministeries van Economische Zaken en Financiën.
De zware industrie profiteert van een laag belastingtarief en een reeks van vrijstellingen. De subsidie voor de industrie om te verduurzamen loopt in 2030 op tot 550 miljoen euro per jaar. De zware industrie betaalt hier 20% aan mee. Terwijl deze wel 68% van de industriële uitstoot veroorzaakt. In 2018 ging het om bijna 39 miljoen ton broeikasgassen. De verhouding tussen uitstoot en subsidie is dus scheef, aldus Milieudefensie. De maatregelen van de subsidiepot, zoals waterstof of CO2-opslag, worden ook vooral door de grootverbruikers benut
Minister Wiebes beloofde de Tweede Kamer dat de industrie haar eigen vergroening betaalt, waarbij de rekening komt te liggen bij de grootverbruikers. De twaalf grootste vervuilers zijn ook grootverbruiker. En nu blijkt dat Wiebes hen uit de wind houdt”, zegt Freek Bersch, van Milieudefensie. “Het wordt tijd dat zij echt hun eigen verduurzaming betalen.”
Bron: Milieudefensie, 13 augustus 2020
Masterclass belasting op vastgoed en milieu | 16 september 2020
Een masterclass bestemd voor (bedrijfs)fiscalisten die geïnteresseerd zijn in verduurzaming van het vastgoed van de onderneming of het productieproces en meer wil weten over de fiscale implicaties.
Geef een reactie