Soms deelt een verdragsland informatie met het Openbaar Ministerie onder de voorwaarde dat Nederland de informatie niet gebruikt voor belastingheffing. De Belastingdienst moet deze voorwaarde respecteren. Zo niet, dan zal de belastingrechter de verkregen informatie buiten beschouwing laten.
De Belastingdienst vroeg aan de autoriteiten van Hong Kong om informatie over een Chinese Limited (Ltd.) en de verhouding tussen deze Ltd. en een bv. De bv had maar één aandeelhouder en bestuurder. De autoriteiten van Hong Kong weigerden deze informatie te verstrekken aan de Nederlandse inspecteur, omdat hij geen nadere informatie verstrekte. Hong Kong was naderhand wel bereid om informatie te verstrekken aan het Nederlandse Openbaar Ministerie. Daaraan was wel de voorwaarde verbonden dat Nederland de informatie alleen zou gebruiken voor een strafrechtelijke procedure. Nederland mocht de informatie niet gebruiken voor he topleggen van informatie. De Belastingdienst vroeg deze informatie echter toch op bij het OM met een beroep op de wettelijke informatieplicht. Het OM deelde vervolgens de informatie met de fiscus. De inspecteur gebruikte daarop de informatie om de man een navorderingsaanslag op te leggen.
Verboden gebruik
De man tekent beroep aan tegen de navorderingsaanslag. Hof Den Bosch oordeelt dat de manier waarop de fiscus de informatie heeft verkregen indruist tegen wat men van een behoorlijk handelende overheid mag verwachten. De inspecteur mag daarom de ze informatie niet gebruiken voor belastingheffing. Zelfs niet als Hong Kong achteraf alsnog toestemming geeft om de informatie voor belastingheffing te gebruiken. Omdat de Belastingdienst voor de rest niet over voldoende bewijsmateriaal beschikt, stelt het hof de man in het gelijk. De rechter vernietigt de navorderingsaanslag.
Verdrag: art. 25 Verdrag NL-Hong Kong
Wet: art. 55 AWR
Geef een reactie