Een belangrijke voorwaarde voor het toepassen van de zogeheten koepelvrijstelling in de omzetbelasting is dat geen verstoring van de concurrentieverhoudingen optreedt. Verricht een groepering uitsluitend diensten aan haar leden, dan zal zij al snel aan deze voorwaarden voldoen, aldus Rechtbank Den Haag.
Een stichting vormde een samenwerkingsverband van een aantal schoolbesturen in het basisonderwijs. Zij beheerde een pool van leerkrachten die inzetbaar waren bij een van de aangesloten scholen. De stichting bemiddelde tussen scholen met een personeelsbehoefte en de leerkrachten uit de pool. De leerkrachten waren echter niet in dienst bij de stichting. De vraag was of de werkzaamheden van de stichting btw-belaste prestaties waren.
Voorwaarden
De stichting meent dat haar bemiddelingsdiensten zijn vrijgesteld van btw omdat de zogeheten koepelvrijstelling van toepassing is. De koepelvrijstelling ziet onder meer op bepaalde diensten die zelfstandige groeperingen van anderen dan btw-belaste ondernemers verlenen aan hun leden. De koepelvrijstelling geldt slechts voor zover de leden de diensten rechtstreeks nodig hebben voor het verrichten van hun niet-btw-belaste prestaties. Bestaat de dienst uit het verzorgen van de administratie(s) van lonen, salarissen, financiën en/of het grootboek? Dan is de koepelvrijstelling niet van toepassing. Een andere voorwaarde van de koepelvrijstelling is dat de leden alleen hun aandeel in de gezamenlijk uitgaven moeten terugbetalen. Bovendien mag geen verstoring van concurrentieverhoudingen optreden.
Geen verstoring concurrentieverhoudingen
De rechtbank constateert dat de stichting voldoet aan de voorwaarden van de koepelvrijstelling. Haar bemiddelingsdiensten zijn geen diensten die zij uitgezonderd van deze vrijstelling. Bovendien past de situatie bij het doel van de koepelvrijstelling. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de stichting ook zonder koepelvrijstelling haar afnemers zou behouden. Van concurrentievervalsing is geen sprake. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de stichting geen diensten verleent aan niet aangesloten scholen. Zij verleent evenmin diensten die zij van derden heeft ingekocht.
Wet: art. 11, eerste lid, onderdeel u Wet OB 1968
Besluit: art. 9 Uitv. Besl. OB 1968
Beschikking: art. 9a Uitv.besch. OB
Geef een reactie