Experts drongen eind augustus aan op een regeling voor een soepeler btw-teruggave. Volgens staatssecretaris Vijlbrief wegen de voordelen nauwelijks op tegen de nadelen.
Door de coronacrisis blijven extra veel facturen onbetaald. Maar ondernemers moeten wel alvast na het verzenden van een factuur bij de eerstvolgende btw-aangifte het gefactureerde btw-bedrag betalen aan de Belastingdienst. Dat doen ze maandelijks of per kwartaal. Blijkt een factuur oninbaar dan moeten de bedrijven formeel een jaar wachten voor ze de al afgedragen btw kunnen terugvragen.
Administratieve lasten
Vijlbrief is van mening, anders dan de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), dat de beperkte vooruitgang in de liquiditeitspositie van de ondernemer die een snellere teruggaaf krijgt niet of nauwelijks opweegt tegen de toename van de administratieve lasten voor diezelfde ondernemer. Zeker in deze uitzonderlijke tijden zal een dergelijke maatregel weinig toegevoegde waarde hebben omdat, voor ondernemers een bijzondere regeling voor uitstel van betaling van toepassing is vanwege de coronacrisis. Bovendien staat tegenover de beperkte liquiditeitsverbetering van de leverende ondernemer een verminderde liquiditeit bij de afnemer die de door hem, mogelijk achteraf ten onrechte, in aftrek gebrachte btw gecorrigeerd ziet. Ook moeten de Europese wettelijke kaders worden gerespecteerd.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 22 september 2020
Geef een reactie