Is een bv de enig bestuurder en aandeelhouder van een of meer andere vennootschappen? Dan zijn deze vennootschappen financieel en organisatorisch met elkaar verweven. Stelt de bv daarnaast nog de bedrijfsmiddelen ter beschikking aan de andere vennootschappen, zodat zij hun onderneming kunnen drijven? Dan is bovendien sprake van economische verwevenheid. In dat geval vormen de vennootschappen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.
Een beheer-bv was de bestuurder en enig aandeelhouder van twee werkmaatschappijen. Deze werkmaatschappijen exploiteerden amusementshallen. In deze amusementshallen stonden kansspelautomaten opgesteld, die de beheer-bv ter beschikking stelde. De beheer-bv had namelijk een exploitatievergunning van de Kansspelautoriteit. De beheer-bv was daarnaast eigenaar van diverse onroerende zaken. Tot deze onroerende zaken behoorden twee panden die zij eveneens ter beschikking stelde aan de werkmaatschappijen. Volgens de Belastingdienst vormen de beheer-bv en de twee werkmaatschappijen samen een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting. De inspecteur geeft daarom per 1 oktober 2018 een beschikking fiscale eenheid af. De beheer-bv gaat in beroep tegen deze beschikking.
Financiële, organisatorische en economische verwevenheid
Rechtbank Gelderland wijst erop dat de Belastingdienst twee of meer btw-ondernemers kan aanmerken als een FE voor de omzetbelasting. Deze ondernemers moeten dan wel in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven zijn, dat zij een eenheid vormen. De rechtbank constateert dat deze verwevenheid hier aanwezig is. Door haar aandelenbelang in beide werkmaatschappijen is de beheer-bv immers met hen nauw financieel verweven. De bestuurder van de beheer-bv is bovendien de enige (in)directe bestuurder van alle bv’s. Daardoor bestaat een organisatorische verwevenheid. Tenslotte richten de beide werkmaatschappijen zich op dezelfde klantenkring en maken zij volop gebruik van bezittingen van de beheer-bv. Daarmee doet de economische verwevenheid zich eveneens voor. Dat de beheer-bv ook aan derden prestaties verricht, doet daar geen afbreuk aan.
Problemen met inlogcodes
De beheer-bv stelt dat zij geen aangifte kan doen voor de FE omdat zij geen inlogcodes heeft voor de FE. De inlogcodes van de aparte vennootschappen zijn niet meer actief. Dit argument overtuigt de rechtbank niet. De inspecteur heeft een btw-identificatienummer afgegeven aan de FE. Daardoor kan de beheer-bv via de Belastingtelefoon aan inlogcodes kan komen als zij deze inderdaad niet (meer) heeft. De rechtbank ziet evenmin reden om de ingangsdatum van de FE uit te stellen naar het begin van het komend boekjaar. De bv’s voldeden op 1 oktober 2018 aan de voorwaarden. De rechtbank verklaart daarop het beroep van de beheer-bv ongegrond.
Geef een reactie