De Raad van State is erg kritisch over een wetsvoorstel van GroenLinks om een eindheffing in te voeren in de dividendbelasting.
De kans dat het voorstel juridisch niet houdbaar zal blijken te zijn, is naar het oordeel de Afdeling advisering zo groot dat zij invoering van deze exit-heffing niet verantwoord acht. Zo ziet de Afdeling advisering onvoldoende argumenten dat sprake is van een terechte belastingclaim op de niet-uitgekeerde winsten in het licht van de belastingverdragen. Ook twijfelt de Afdeling advisering of de exit-heffing in overeenstemming is met het Unierecht. Initiatiefnemer Bart Snels van GroenLinks houdt vast aan zijn voorstel, en diende 9 oktober een aangepaste versie in bij de Tweede Kamer.
Volgens Snels heeft de Raad van State verkeerde conclusies getrokken uit zijn wetsvoorstel. Zo gaat de Raad ervan uit dat de eindheffing ten laste komt van het bedrijf zelf, terwijl de lasten voor de aandeelhouders zijn. De kritiek dat er onderscheid tussen bedrijven wordt gemaakt – het eerdere voorstel ging uit van een minimale jaaromzet van 750 miljoen euro – is volgens Snels eveneens ondervangen. In plaats daarvan is er sprake van een vrijstelling voor de eindafrekening van 50 miljoen euro.
Meer informatie: Memorie van toelichting zoals gewijzigd naar aanleiding van het Advies van de afdeling Advisering van de Raad van State, 9 oktober 2020
Geef een reactie