Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën stuurt de Tweede Kamer de reactie van de Mediafederatie naar aanleiding van het onderzoek van het CBS naar de prijsontwikkeling van digitale publicaties.
De btw-verlaging is bedoeld om een gelijk speelveld te creëren tussen fysieke en digitale uitgaven. De uitgeefsector is blij met de verlaging van het btw-tarief op digitale uitgeefproducten waardoor de scheefgroei tussen fysieke en digitale producten gelijk is getrokken.
Uit het onderzoek van het CBS blijkt dat de prijzen van elektronische publicaties in januari 2020 met 3,5 procent zijn gedaald ten opzichte van december 2019. In de periode daarna tot en met mei 2020 zijn de prijzen weer gestegen. In mei 2020 lagen de prijzen 0,1 procent lager dan in december 2019.
Uit navraag blijkt volgens de Mediafederatie dat nieuwsuitgevers in groten getale de verlaging van het btw-tarief hebben verwerkt in de consumentenprijzen (al dan niet verrekend met indexering). Voor het digitale nieuwsaanbod liggen de consumentenprijzen in grote lijnen enkele procenten tot 10 procent onder het prijsniveau van december 2019. Zoals de Mediafederatie terecht opmerkt, heeft het CBS geen onderscheid gemaakt tussen boeken en nieuwsproducten. De bevindingen van de Mediafederatie over de verlaging van de prijzen van nieuwsproducten kunnen dus niet goed vergeleken worden met de uitkomsten van het CBS.
Prijsontwikkeling over langere periode
Wat betreft digitale uitgaven van boeken moet volgens de federatie over een langere periode naar de prijsontwikkeling worden gekeken om conclusies te kunnen trekken. Zoals in het eerdere antwoord aan de Kamer is gemeld zal de prijsontwikkeling van elektronische publicaties door het CBS worden gemonitord en is de geplande evaluatie van het verlaagde btw-tarief voor fysieke en digitale publicaties een jaar vervroegd naar 2022. Intussen gaat Vijlbrief het gesprek aan met de uitgevers over de doorberekening van de btw-verlaging naar de consument.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 14 oktober 2020
Geef een reactie