Doet een ondernemer niet de juiste herinvestering om te voorkomen dat zijn herinvesteringsreserve belast vrijvalt? Dan kan hij zijn belastingadviseur niet aansprakelijk stellen.
Een man bezat een aantal panden, waarvan hij een deel voor zijn eenmanszaak gebruikte. Deze panden rekende hij dan ook tot zijn ondernemingsvermogen. Daarnaast verhuurde de man onroerend goed; deze belegging viel bij hem in box 3. Toen de man zijn bedrijfspanden verkocht, behaalde hij een boekwinst die hij doteerde aan de herinvesteringsreserve (HIR). Een paar jaar later, in 2007, kocht de man een nieuw gebouw. Het betrof een aan een horecaonderneming verhuurd horecapand met erboven aan particulieren verhuurde woonappartementen. De toenmalige belastingadviseur van de ondernemer gaf dit nieuwe pand op in box 3. Toen een nieuwe belastingadviseur de aangifte over 2008 indiende, gaf hij het pand ook op in box 3. De Belastingdienst stelde dat de HIR in 2008 vrijviel, omdat geen herinvestering was gedaan. De ondernemer moest daarom over 2008 nogal wat inkomstenbelasting betalen.
Belastingadviseur beschuldigd van slechte begeleiding
Volgens de man was dit de schuld van zijn nieuwe belastingadviseur. Hij stapte naar Hof Arnhem-Leeuwarden om hem aansprakelijk te stellen. Hij stelt dat het belastingadvieskantoor te laat bezwaar heeft ingesteld tegen de aangifte inkomstenbelasting 2008. Ook heeft het belastingadvieskantoor volgens de man het tijdig vervangen van de activa slecht begeleid. Hij meent dat het nieuwe pand met een beroep op de foutenleer nog tot het ondernemingsvermogen was te rekenen.
Geen keuzevermogen
Het hof oordeelt echter dat het nieuwe pand geen keuzevermogen, maar verplicht privévermogen was. De man heeft het pand in verhuurde staat gekocht. Hoe dit pand zou passen in de eenmanszaak, was onduidelijk. Bovendien was de onderneming met de verkoop van de eerste ondernemingspanden feitelijk gestaakt. Het hof constateert dat de vrijval van de HIR niet was te voorkomen met een beroep op de foutenregeling. De man heeft daardoor geen belastingschade geleden. En dus kan hij het belastingadvieskantoor niet aansprakelijk stellen.
Wet: art. 3.54 Wet IB 2001 en art. 7:401 BW
Masterclass vastgoedfiscaliteiten | 3 november
Tijdens de Masterclass Vastgoedfiscaliteiten praten twee topspecialisten in de vastgoedfiscaliteit u volledig bij over de laatste ontwikkelingen trends in vastgoedland. Van afwaardering in de IB en Vpb naar btw-problematiek bij verhuur.
Geef een reactie