In 2015 konden werknemers die nog deelnamen aan de levensloopregeling hun levenslooptegoed volledig laten uitkeren. Daarbij was maar 80% belast. Laat een werknemer zijn levenslooptegoed bij zijn oude werkgever uitkeren? Maar bouwt hij bij de nieuwe werkgever een tegoed op? Dan mag hij waarschijnlijk geen beroep doen op de 80%-regeling.
Hoewel de levensloopregeling in beginsel is afgeschaft, mogen werknemers onder voorwaarden tot en met het jaar 2021 blijven deelnemen aan de levensloopregeling. Een belangrijke voorwaarde is dat op 31 december 2011 het levenslooptegoed minstens € 3.000 bedroeg. Zowel in 2013 als in 2018 kregen werknemers de gelegenheid om hun levenslooptegoed volledig op te nemen, waarbij maar 80% van de waarde op een bepaalde datum was belast.
Wisseling van werkgever
Een werknemer van een stichting nam in 2015 nog steeds deel aan een levensloopregeling bij deze werkgever. Op 1 april 2015 eindigde de dienstbetrekking bij de stichting en ging de man voor een universiteit werken. Ook bij deze werkgever nam de man deel aan de levensloopregeling. In 2015, 2016 en 2017 stortte hij nog bedragen in de levensloopregeling bij de universiteit. In 2015 wilde de man zijn levenslooptegoed bij de stichting laten uitkeren. Volgens de man kon hij de 80%-regeling toepassen. De rest van zijn tegoed zou belast zijn als inkomen uit vroegere arbeid. De Belastingdienst stelde dat de man niet zijn volledige levenslooptegoed had afgekocht, zodat de 80%-regeling niet gold. Bovendien bestempelde de inspecteur de uitkering als inkomen uit tegenwoordige arbeid.
Maar één levensloopregeling
Ook Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de man in 2015 niet zijn hele levenslooptegoed heeft laten uitkeren. Alleen het deel dat via de stichting was opgebouwd, is afgekocht. De rechtbank ziet het deel dat de werknemer via de universiteit opbouwt niet als een afzonderlijke regeling. Dat de verzekeringsmaatschappij die ene voortgezette levensloopregeling administreerde onder twee verschillende polisnummers, doet daaraan niet af. De 80%-regeling is daarom niet van toepassing. Daarnaast is de rechtbank het met de fiscus eens dat de uitkering van het levenslooptegoed behoort tot het inkomen uit tegenwoordige arbeid.
Wet: art. 39d, vierde lid Wet LB 1964 (tekst 1 januari 2015)
Geef een reactie