Staatssecretaris Vijlbrief stuurt een reactie op de vraag over samenloop loon- en inkomstenbelasting bij meerdere pensioenen aan de Tweede Kamer.
De vaste commissie voor Financiën heeft verzocht te reageren op een brief waarin gesteld wordt dat het bij ouderen voorkomt dat de ingehouden en afgedragen loonheffing sterk uiteenloopt met de verschuldigde inkomstenbelasting. Dit heeft als gevolg dat deze groep belastingplichtigen na afloop van een kalenderjaar mogelijk een aanslag inkomstenbelasting ontvangt met een te betalen bedrag.
Allereerst kunnen belastingplichtigen een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het lopende kalenderjaar aanvragen. In de voorlopige aanslag kan een inschatting worden gegeven van het totale te verwachten jaarinkomen uit arbeid, waardoor een belastingplichtige bij een te betalen bedrag de (meer dan de ingehouden) verschuldigde inkomstenbelasting verspreid over het lopende kalenderjaar kan afdragen.
Als een belastingplichtige een vastgestelde aanslag met een te betalen bedrag krijgt opgelegd, krijgt deze belastingplichtige in de meeste gevallen twee kalenderjaren later automatisch een voorlopige aanslag opgelegd door de bevoegde Belastinginspecteur. De mogelijkheid voor het aanvragen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het lopende kalenderjaar is in de meeste gevallen de meest accurate mogelijkheid om een bij afloop van het kalenderjaar te betalen bedrag bij de aanslag inkomstenbelasting te voorkomen.
Ouderenkorting niet toepassen
Daarnaast kunnen belastingplichtigen ervoor kiezen om de loonheffingskorting zoals de ouderenkorting bij geen enkele inhoudingsplichtige te laten toepassen. De heffingskortingen kunnen na afloop van het kalenderjaar alsnog worden geclaimd bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting. Dit leidt er in de meeste gevallen toe dat bij de aangifte inkomstenbelasting geen belasting meer verschuldigd is. Of dat in alle gevallen zo zal zijn, valt niet op voorhand te zeggen want dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de individuele belastingplichtige.
Ten slotte kan de belastingplichtige de inhoudingsplichtige verzoeken een hoger tarief in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst dan de loonbelastingtabel voorschrijft. Hiervoor is echter ook de welwillendheid van de inhoudingsplichtige benodigd, deze is namelijk niet verplicht aan het verzoek van de belastingplichtige te voldoen. De Belastingdienst heeft goedgekeurd dat een inhoudingsplichtige op verzoek van een belastingplichtige meer loonbelasting en premie volksverzekering mag inhouden dan de toepasselijke loonbelastingtabel voorschrijft. Deze goedkeuring is juist verleend om belastingplichtigen de mogelijkheid te bieden de loonbelasting en premie volksverzekeringen beter te laten aansluiten bij de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 26 oktober 2020
Geef een reactie