De voorbereidings- en sloopkosten in verband met de ontwikkeling van een project zijn in de ogen van Hof Amsterdam geen aanschafkosten van een bedrijfsmiddel. Zulke uitgaven zijn daarom niet af te boeken van een herinvesteringsreserve.
Een bv hield zich bezig met het beleggen in en het beheren en exploiteren van onroerend goed. Zij had een herinvesteringsreserve (HIR) opgebouwd. In 2009 kocht de bv een paar onroerende zaken. Daarnaast kocht zij een appartementsrecht van een garage, kocht zij een erfpachtrecht af en maakte zij kosten voor de ontwikkeling van een perceel. De bv wilde al deze uitgaven afboeken van haar HIR. De inspecteur stond de afboeking van de ontwikkelingskosten en van de uitgaven voor het appartementsrecht en het erfpachtrecht niet (volledig) toe. De bv probeerde vervolgens haar gelijk in een beroepsprocedure te halen.
Privédeel appartementsrecht
Voor het hof stelt de bv dat ruim 40% van de aankoopprijs van het appartementsrecht ziet op zakelijk gebruik, terwijl 60% is aangeschaft door de dga van de bv. Maar de inspecteur weet het hof ervan te overtuigen dat het zakelijk gebruik nog geen 14% zal bedragen. Het hof oordeelt daarom dat het desbetreffende deel van de HIR-afboeking die de bv voorstelt niet is toegestaan.
Geen bedrijfsmiddel gekocht
De afboeking van de HIR met de projectontwikkelingskosten is evenmin toegestaan, zo oordeelt het hof. De projectontwikkeling gaat namelijk niet verder dan voorbereidingen treffen en sloopwerkzaamheden. Het hof ziet de kosten daarom niet als kosten voor het aanschaffen van een bedrijfsmiddel. De rechter verwerpt ten slotte de afboeking van de afkoop van het erfpachtrecht. Het hof meent dat deze verplichting nooit tot stand is gekomen, omdat de bv het daarvoor benodigde conversiedocument te laat heeft ondertekend.
Geef een reactie