Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt over een borgstelling van een dga dat deze onzakelijk is. Dit komt onder meer door achterstelling van de regresvordering van de dga en een gering eigen vermogen bij de bv. Bovendien heeft de dga geen zekerheden bedongen, is er geen schriftelijke overeenkomst en is er geen einddatum van de borgstelling.
Een dga hield 90% van de aandelen in een bv, de andere 10% van de aandelen hield de voormalige echtgenote van de dga. In 2009 kocht de bv van derden een werkmaatschappij. De activiteiten bestonden uit de exploitatie van een autoschadebedrijf. Voor de financiering van de aankoop ging de bv een financiering aan bij een bank. Daarnaast verbond de dga zich om voor de schulden van de bv aan de bank borg te staan voor € 100.000. Door de economische crisis bleef het aantal autoschadeherstelopdrachten achter bij de verwachtingen. Daardoor moest de bv in 2011 50% van de aandelen in de werkmaatschappij verkopen en in 2012 verkocht de bv de resterende 50% van de aandelen. De bank zegde vervolgens de leningen op en sprak de dga als borg aan voor € 100.000. De dga wilde deze betaalde borg als terbeschikkingstellingsverlies in aftrek brengen. Bij Hof Arnhem-Leeuwarden is de afwaardering van de regresvordering van de dga op zijn bv in geschil.
Geen afwaarderingsverlies
Volgens het hof staat vast dat het eigen vermogen van de bv gering is. Vast staat ook dat de dga voor de borgstelling van zijn bv geen zekerheden heeft bedongen en de dga en de bv geen nadere afspraken gemaakt hebben over de borgstelling. Bovendien hebben partijen geen einddatum van de borgstelling afgesproken. Daarom komt het hof tot de conclusie dat een derde niet bereid is, een bij de leningen van de bank achtergestelde lening te verstrekken. Tenzij die lening een winstdelende rente zou hebben. De uit de borgstelling voortvloeiende hoofdelijke aansprakelijkheid voor de dga is een handelen in zijn hoedanigheid als aandeelhouder. Het afwaarderingsverlies op de regresvordering is niet aftrekbaar.
Wet: art. 3.90 en 3.92 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 november 2020 (gepubliceerd 27 november 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:9550, 19/01192
Geef een reactie