Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vergrijpboete vanwege het niet afdragen van omzetbelasting moet worden vernietigd. De bv mocht vertrouwen op de door de accountant voorgestane werkwijze.
Een bv had onder meer als doel het realiseren van zorgvastgoed. Voor een door de bv ontwikkeld woon- en zorgcomplex is een aanneemovereenkomst aangegaan met een bouwonderneming. Na gereedkomen werd het pand geleverd aan de investeerder. De zustervennootschap van de bv heeft ook namens de bv advies gevraagd aan een groot accountantskantoor om omzetbelasting en overdrachtsbelasting te besparen. Naar aanleiding van het uitgebrachte advies vroeg de accountant van de bv bij de Belastingdienst om vooroverleg. Dit vooroverleg betrof de vraag of de bv artikel 37d Wet OB 1968 kon toepassen bij levering van het complex aan een investeerder. De bv stuurde facturen naar de investeerder met btw. Toch gaf de accountant van de bv gedurende de duur van het vooroverleg die btw niet aan. Na een boekenonderzoek legde de Belastingdienst naheffingsaanslagen btw op en een vergrijpboete.
Inschakeling deskundige accountant
In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is of de bv terecht een vergrijpboete heeft gekregen. De bv liet haar aangiften verzorgen door haar accountant. Die mocht zij voor voldoende deskundig houden. Zij hoefde niet te twijfelen aan zijn zorgvuldige taakvervulling. Dan geldt als uitgangspunt dat de bv zich niet ook zelf in de inhoudelijke aspecten van op haar toepasselijke belastingregelingen hoeft te verdiepen.
Opvolgen aanwijzingen deskundige
De rechtbank vroeg zich tijdens de zitting af hoe het kan dat wel de aangifte correct in de boekhouding was verwerkt, maar toch nihilaangiften zijn ingediend. De bv gaf toen aan dat de accountant had gezegd om in afwachting van het vooroverleg met de Belastingdienst nihilaangiften te doen. De bv mocht op deze mededeling afgaan. Dat de transacties die de bv doet nooit onder de vrijstelling zouden kunnen vallen is daarbij irrelevant. Dat is een inhoudelijke kwestie en dat behoort tot de deskundigheid van de adviseur. De rechtbank vindt dat er geen grove schuld bij de bv aanwezig is, de vergrijpboete wordt vernietigd.
Wet: art. 37d Wet OB 1968 en art. 67f AWR
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 november 2020 (gepubliceerd 2 december 2020), ECLI:NL:RBZWB:2020:5411, BRE 20/4999
Geef een reactie